zoover mogelijk met zijn medeöeelingen gaan. Hij is 8 November j.l. in Den Boson geweest en daar heeft men hem medegedeeld, dat de stukken zeer binnenkort zullen komen. Verder kan spreker niets mededeelen. De heer BRAAKHUIS stelt de vraag, of de heer Van Slobbe meer zou weten. De VOORZITTER gelooft dat niet. De heer. KESSEL zegt, dat men te Breda nog steeds naar argumenten zoekt. Verder merkt hij op, dat de sociaal-democraten in het algemeen voor annexatie zijn. De. heer BRINKERHOF zegt wel ten aanzien van kleine gemeenten. De heer KESSEL wijst er op, dat er veel water staat. Wanneer het een dag regent, staat alles onder. Breda werkt den afvoer van water tegen. Door den bruggenbouw in Breda worö^t den afvoer van water belemmerd. Daar is men reeds fri.er maanden mee bezig. Daarvoor wordt de water afvoer belemmerd en wordt een groote stank verwekt door de singels en .dat in de nabijheid van twee ziekennuizen. Als G-inneken lag, waar Breda ligt, dan zou men wat hoo- ren. Breda leidt het verkeer langs de singels om zoodoen de propaganda voor annexatie te maken. Waarom wordt de bouw met die bruggen te gelijk uitgevoerd? De heer Spoelder neeft in den Raad ook nog de rioleeringskwestie als argument voor annexati,e aangevoerd. Volgens spreker nad een behoorlijke afvoer van w.ater kunnen plaats heb- oen, maar daar.over zwijgt men in den Raad van Breda. De hee.r BRINKERHOF merkt op, dat de heer Kessel dat in het openbaar had moeten zeggen. De heer KESSEL antwoordt, dat hij dit graag in het openbaar wil zeggen. De VOORZITTER zegt, dat de Commissaris der Koningin en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1939 | | pagina 237