Verg 28 Fob 1939.
28.
Toen men hiertoe niet wilde overgaan, Jjeeft spreke;
voorgesteld 30 i<> in plaats van 40 i° te verhalen, doch
dit voorstel werd verworpen en besloten om 40 i° te ver
halen. Bu echter stelt hetzelfde College van Burge
meester en Wethouders voor de geheele ktsten van ver
harding voor rekening der gemeente te nemen. Hiermede
kan spreker zich niet vereenigekOok verwondèrt het
spreker, dat de heer Struijs,' die indertijd tegen zijn
voorstel was om 30 °/o te verhalen, thans een der onder
teekenaars is van het verzoek om verharding. Spreker zal
dan ook tegen dit voorstel stemmen, wijl hij het
absoluut onrechtvaardig vindt en tegen alle rechtsge
voel ingaande, dat de enne groep ingezetenen wél en de
andere groep niet behoeft bij te dragen.
I)e VOORZITTER zegt, dat de vergelijking met den weg
aan den lagen Aard niet opgaat. Dqt is een doorlofpende
weg en is slechts van zuiver particulier belang. Over
ddn thans aan de orde zijnde weg is echter veel verkeer
en is van algemeen belang. Vooral uit toeristisch oog
punt is het zeer gewen acht, dat deze weg verbeterd wordt,
De heer STRUIJS is het met den Voorzitter eens, dat
vergelijking met den weg aan den Lagen Aard niet opgaat.
De een is een doodloopende en de ander een rondweg.
Door onderteekening van het verzoekschrift heeft spre
ker in het belang van de gemeente.gehandeld. Hoeveel
kinderen met onderwijzend personeel bezoeken de vacan-
tiekolonie; in 1931 ging dit ver over de 1900, terwijl
het spreker bekend is, dat door deze instelling al het
noodige van den inidddnstand uit Ginneken wordt betrokken.
En hoeveel bezoekers telt Anneville niet? Spreker
vindt het daarom een groot belang voor de gemeente,
vooral voor den middenstand, dat tot ver&aöding van
dezen weg wordt overgegaan.
De heer BRINKERHOE kan zich vereenigen met het voor
stel van Burgemeester en Wethouders, wijl hij daarmede
het gemeentebelang gediend ziet. Spreker wijst er ver
der op, dat ook ten aanzien van dit verzoekschrift arti
kel 73 der gemeentewet niet is nageleefd.
De heer ROES is niet bepaaldelijk tegen verharding
van dezen weg, maar vindt het wel gevaarlijk een weg
te gaan verharden op andermans grond. Ook heeft spreker
steeds gedacht, dat het onderhoud van een weg berust bi;
den eigenaar. Blijkens het praeradvies wordt echter de
gemeente onderhoudsplichtige van den weg, hoewel de
ondergrond aan derde toebehoort..
De heer KESSEL zegt, dat door de stichting van de
kinderkolonie juist het zand gekozen is. Was ter plaats'
indertijd verharding aanwezig geweest, dan zou wellicht
elders zijn gebouwd. Spreker blijft van meening, dat
hier voor 'gelijksoortige gevallen verschillend wordt
gehandeld. Iiij Lkan dan ook met het voorstel niet meegaa!
tenzij aan de bewoners van den weg aan den Lagen Aard
restitutie wordt gedaan. -