Verg 28 Febr 1939- 32, voor drie jaar in te huren, kon het huis niet worden "betrokken, tenzij aanvrager de toestemming had het hondenhok te "bouwen. Hoewel echter in de "bouwcommissie nog geen definitief "besluit was geno men, is door Burgemeester en Wethouders afwijzend "beschikt De VOORZITTER zegt, dat hem omtrent deze aangele genheid niets "bekend is. Hij kan niet gelooven, dat .zij in de vergadering van Burgemeester en 'Wethouder heeft gediend. De heer VAN GESTEL zegt, dat ook hij zich de be handeling van Burgemeester en Wethouders niet kan herinneren. Spreker vraagt den heer Brinkerhof of deze zeker wefctdat de bouwvergunning reeds is ge weigerd De heer BRINKERHOF zegt, dat de weigering dezer dagen is afgekomen. De heer VAN GESTEL zegt, dat deze weigering dan tóch door den Voorzitter zal zijn geteekend. De motieven voor het weigeren der bouwvergunning zijn den heer Brinkerhof niet vreemd. In de vergade ring van de bouwcommissie is besloten, dat, wanneer de aangegeven lijn voor grensscheiding van het betrokken perceel juist was, dat dan aan Burgemees- 'ter en Wethouders zou worden geadviseerd niet van het betrokken artikel der bouwverordening af te wijken. Toen een nadere situatie verscheen, bleek inderdaad, dat dé gevraagde ontheffing niet kom worden verleend. Het hondenhok kon op bedoelde plaats niet worden toegelaten. De huizen zijn daar te dicht bij elkaar gelegen. De geheele buurt zou hiervan last ondervinden,. De heer VERDAASDONK vindt het een vreemde ge schiedenis. Niemand schijnt de toedracht der zaak precies te kennen. De Voorzitter beweert zelfs er niets van te weten. Onder deze omstandigheden ka deze zaak hier toch moeilijk worden afgedaan. De heer BRINKERHOF zegt, dat dit een zaak is buiten den Raad. Hij vraagt hier inlichtingen aan Burgemeester en Wethouders.. Spreker gelooft, dat deze bouwvergunning niet is^ geweigerd op gronden van de bouwverordening, doch op grond van de Hinde" wet en dat zou foutief zijn, want een hondenhok valt niet onder de Hinderwet. De heer SAVENIJE zegt, dat het in de vergadert, van de bouwcommissie is gegaan, zooals Wethouder Van Gestel heeft/uiteengezetBij gebrek aan noodt teekeningen is toen besloten, dat, wanneer uit ee" nadere situatieteekening zou blijken, dat het in derdaad zou zijn, zocals de commissie op die ver gadering bleek, aan Burgemeester en Wethouders ze word O'.i

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1939 | | pagina 32