k6. [lit gebracht bof als emmen op lid van bet rinker&of ijk tot lie dstembureaï eming te tweede lid lid van he rtien stemt A. J. van P.O. van bureau; vei eerste op Chr. an be t J Aj s tweede ngend lid nd lid van eijn embrief jeé NKERHOF, 11 NEESKUNDIGl! GEMEENTE» zijn de praktijd deze ge- gene eshee- kerkelijk Drg betrob1 ouders dan 1 eidel mogelijk geneesheel p het navo Verg. 28 April 1939. ^4 4-7 1 —2.-3.-. Thans zijn twee geneesheeren tot de gewone genees- en heelkundige armenverzorging in deze gemeente toegelaten» Het is niet juist te zeggen, dat geneesheeren met de armenpractijk worden belast rt. Volgens art. 2 van de desbetreffende verordening kunnen geneesheeren, die t bereid zijn aich met de genees- en heelkundige armen verzorging in deze gemeente te belasten, zich schrifte- lijk ipelden bij ons College, dat hen dan al of niet toe- laat, Het beginsel der vrije artsenkeuze zal hierbij door ons strikt worden toegepast, ongeacht van welke kerkelijke gezindte deze geneesheeren ook zijn. Wanneer echter de toegelaten doktoren van een bepaalde gezindte zich niet langer belast willen zien met de armenpractijk en zich geen andere geneesheeren van die gezindte bij ons aanmelden, is het niet mogelijk de armenpractijk te doen uitoefenen door geneesheeren van verschillende kerkelijke gezindte. De bespreking met de betrokken instanties over een nieuwe regeling van eene genees- en heelkundige armenverzorging in deze gemeente, inclusief hare financieele zijde, gel dende voor 1939 en volgende jaren, zijn nog niet be ëindigd. Zoodra een en ander zijn beslag heeft gekregen, zullen aan den Raad voorstellen worden gedaan. De heer BRINKERHOF zegt hierop het navolgende: Mijnheer de Voorzitter, Het antwoord, dat Burgemeester en Wethouders mij op de gestelde vragen gaven is ten deele juist. Thans zijn twee geneesheeren belast met de genees- en heelkundige armenverzorging. Hoewel lid zijnde van de commissie voor sociale aangelegenheden, was mijn vermoeden juist: er zijn sinds de laatst gehouden vergadering op December 193- van deze commissie, waarin de motie van afkeuring tegen het College van Burgemeester en Wethouders werd aangc nomen, geen veranderingen in het aantal behandelende geneesheeren gekomen. Twee geneesheeren hebben bedankt: waarom? omreden het toegestane bedrag voor dezen dienst van dien aarc is, dat deze heeren hiervoor niet langer de verant woording konden dragen. Ook de andere geneesheeren zonden een schrijven, we in zij te kennen gaven, dat zij het noodzakelijk oor deelden, dat met ingang van 1 Januari 1939 een andere financieele regeling noodig oordeelden. In feite was dit als een ultimatum gesteld. Deze geneesheeren stel - den zich echter op een hooger niveau dan het College van Burgemeester en Wethouders. Zij begrepen, dat, ondanks die minder waarborg, die een der geneesheeren niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1939 | | pagina 47