Verg. 28 April 1959.
dat Burgemeester en Wethouders zich hebben te
houden aan de wet, anders zou er een groote wille
keur ontstaan en daardoor zou juist de democratie
in gevaar worden gebracht en worden gedrwven naar
dictatuur* De een is tegen het houden vaft vermake
lijkheden op Zondag, een ander is tegen zwemmen»
Ook spreker heeft wel eens bezwaay.tegen sommige
dingen in deze gemeente, dock«wanneer het buiten
zijn bevoegdheid ligt. zal hij zich daarin niet
mengen. Hij vindt, dat kioet woy4en gehandeld in
overeenstemming met de wet. Het College beeft gich
gehouden aan de wet,.;.Artikel %29 der Gemeentewet,
door den heqr #Br inkerhof aangehaald, is op deze
kermësse'.d^te niet van toepassing.
De heer BRINKERHOF zegt te hebben gewezen 9P
de toelichting van artikel 229.
De heer VAN MIERLO zegt, dat die toelichting
zijn meening versteekt. Wat betreft den aanleg var.
den kabel is spreker het eens met den Voorzitter,'
Spreker twijfelt er niet aan of dat za! dpor
hoofd van het bedrijf wel gd>ed zijn geregeld.
De VOORZITTER merkt nog op, dat dqor den.
sar is der Koningin toestemming is verleend tot v^il
van zwak-alcoholische drdnken op d<3Ze k£yme§se .41.
,._D:e^.^r-^|^ERHO^Zègt'r; m het hoofd van bet U
dyijf éen verzuim heeft gepleegd door Burgemeester
Sh'-Wethouders over-'den'aanleg van den kabel niet tt
raadplegen. Burgemeester en Wethouders hadden dan'
'motieven gehad-het aanleggen van den kabel te wei'
geren. Spreker wijst er nogmaals op, dat is gehan
deld in strijd met de toelichting van artikel 229
der Gemeentewet, Spreker leest die toelichting vooi-
De. heer VAN MIERLO geeft den heer Brinkerhof
overweging zich om inlichtingen.te wenden tót het
bureau van de S.D.A.P, Krijgt de heer Brinkerhof
gelijk, dan zal spreker er zich bij neerleggen.
De heer FOEKEN zegt voor de tweede maal het
woord te hebben gevraagd, omdat hij er door den.
heer Brinkerhof is bijgehaald. Spreker heeft allee:
dei principieelen kant der vraag bekeken, niet den
socialen of een anderen kant. Nu spreker ie toege
zegd, dat in de toekomst dergelijke vermakelijkhe^
met Paschen niet meer zullen worden gehouden, wil
hij er niet meer over spreken. De heer Van Mierlo
heeft gezegd, dat de Burgemeester toestemming voor
vermakelijkheid had te geven. Hij zegt, dat inge
volge Arrest van den Hoogen Raad onder Gemeentebe
stuur de Raad wordt verstaan. Spreker dankt voor
door den Voorzitter gedane toezegging.
De heer BRINKERHOF is van oordeel, d&t onde:
Gemeentebestuur Burgemeester en Wethouders moeten
worden verstaan en doet deswege voorlezing van ar
kei 1 der Gemeentewet met de daarop gegeven toe
lichting.
De VOORZITTER sluit de beraadslaging over d'
punt, 9. STICHTEN