Verg. Ik Jnll 1939. 78, In het adres wordt vermeld, dat de heer inge nieur van den Rijkswaterstaat het geboden bedrag ook to laag vond. Het adres van den heer Prins is om advies gezonden aan den Ingenieur van den Rijkswaterstaat» Uit het inmiddels van genoemden ingenieur ontvangen antwoord d.d. 11 Juli 1939» hetwelk wordt voorgelezen, blijkt echter, dat de desbetreffende mededeeling van den heer Prins niet juist is. De hoer VAN OPSTAL zegt, dat het hem spijt, dat door den Ingenieur van den Rijkswaterstaat een dergelijk advies is gegeven. De hoer Prins is ge dwongen te verhuizen en hij moet veel verbouwen en daaraan groote kosten besteden. De wet stelt groote eisohen aan een slagerijwelke veel geld kosten. Spreker kan niet aannemen, dat, indien de Raad be sluit een paar duizend gulden meer te geven, door de Rijkswaterstaat daartegen bezwaar zou worden ge maakt. 8preker is er van overtuigd, dat de man te weinig krijgt, indien het bedrag niet wordt ver hoogd. Do VOORZITTER zegt, dat hem het bedrag van f. 13000.- niet hoog Voorkomt, doch dié som is ver kregen door versohillonde deskundige schattingen en waar er absoluut geon termen zijn het bedrag te verhoogon, zal men zich bij het gedane bod moeten neerleggen. Bovendien zal de nieuwe woning groote:? en luxueuzer worden. De hoor 8AVENIJE is het eens met den heer Van Opstal* De betrokken persoon moet in de omgeving blijven en kan daar,geon ander pand krijgen* De heer Prins is gedwongen daar te koopen. Hiermede moet rpkening Vordep gehouden. De heer WlRQ^BtlOm 1b het eens met de heeren Van Opstal en Savenije» Spreker betoogt, dat de - heer «rins daar eeji gevestigde z^ak heeft» we|kê hem oon bos taan ofci evert, Belanghebbende daar niet wog, dooh hij ihoot* De heer OQMEN is het eens met d e vorige Spre kers* Hij wil er niet aan meewerken, dat iemand, die in het algemeen belang moet voxhuizen, daardoor schade zal lijden. Het is lang niet zeker, al wordt de zaak grooter en luxueuzer, dat ze daarom beter wordt. Het komt spreker voor, dat de heer Prins de minst bedeelde is. Spreker stelt voor den heer Prins voor zijn pand f* 15000*- te geven* De heer KE8SEL is het daarmee eens. De anderen zijn allen tevreden. Mejuffrouw de Kanter heoft een advocaat genomen en heoft nu meer gekregen. De heer VJEK MIEELO zet uiteen,, waarom de prijs van het pand van do familie de Kanter is verhoogd. Bij eerste schatting was geen rekening gehouden met de mogelijkheid, dat daarin nog een zaak zou zijn gevestigd van do dochter van mej. de Kantor. Hgt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1939 | | pagina 78