94.
25_ AugustusJ 9J9
Ie navol
sster en
gustas
vies ge-
aangeno-
houders
dres ge
in f 13.O0C
>lein, te
besproken
L te geven
in aankoop
rijk en
,n blijken
e gadane
t bereid
n boven I11
zou der hal
betwijfel®
Staten d®
er Prins ti
oor zijn
k 15 Septó
d gegaan,
ne
hebben i»
heeft be-
n hij hee:
deel, dat
nu voor
)00.- verhc
veging,
bbende wet
vergoed.
De
Prins
De betrokkene moet om geiueer.schapswille weg» Ten aanzien
van den heer Pijnappel is de juiste weg bewandeld. Waarom
kan het ook bij"den heer Prins niet op gelijke wijze worden
geregeld
De heer KES3EL is het in groote trekken eens met de
vorige sprekers; maar niet met den heer Brinkerhof, om maar
raak te koopen en maar raak te bouwen» Le heer Prins is ver
plicht, in die omgeving te blijven wonene Deze mogelijkheid
wordt hem ontnomen, wanneer hij maar f 1I»000»~ krijgt» Hij
moet, evenals de heer Pijnappel, op behoorlijke wijze wor
den behandeld.
De heer VERDAASDONK is het eens met de vorige sprekers,
De heerP.rlhs. is te veel gebonden aan de wet» Daarom moet
hem niet te kort worden gedaan door het toekennen van een te
laag bedrag. Spreker vindt het ook beter een vast-e som te
bepalen.
De heer FOEKEN is het er ook mee eens. dat de heer
ni at rta. lrart, mag., .worde r, gedaan.» Spreker vraagt echter;
wordt de heer Prins te kort gedaan Sprekers meening; is,
dat de heer Prins in geen enkel opzicht te kort wordt gedaan
Het bedrag is zoo hoog, dat hij het er nooit voor krijgt.
Spreker wil zich houden aan het accountantsrapport.
De heer OOMEN is hot niet eens met den heer Foeken,
Een slagerszaak is zeer gebonden aan de omgeving» Het be
sluit betreffende den heer Pijnappel is wel op heel royale
wijze uitgevoei'd. Spreker kan zich daar wel mee vereenigen,
maar dan mag aan een ander niet te kort worden gedaan» In
beginsel kan spreker meegaar: met het voorstel van den heer
Brinkerhof, maar dan moet alles onder toezicht van de ge
meente geschieden»
De heer VAN OPSTAL
zegt
geen f 15.000.- kan krijgen,
j} dat indien de heer Prins
deze het bedoelde pand niet
kan koopen, Dit heeft de heei" Prins aan spreker verzekerd.
De VOORZITTER is het in hoofdzaak eens met den heer
Foeken, Hij kan niet inzien, waaoom de heer Prins benadeeld
zou worden» De panden zijn geschat door deskundigen, waar
men toch vertrouwen in moet stellen. Op verzoek heeft nog
maals een schatting plaats gehad, doch men bleef bij het
zelfde bearag, Spreker stelt zich ook de vraag, wat zou deze
zaak hebben opgebracht bij publieke verkooping» Dan zou ze
zeker aanmerkelijk minder hebbe.n opgebracht» Hoezeer spreker
ook een hooger bedrag aan den belanghebbende zou willen toe
kennen kan hij niet inzien, dat f 13»0Q0.~ te laag is» Te
genover de andere acht eigenaars mogen we dat niet doen. De
anaeren hadden ook meer gevraagd; doch ze hebben ook niet
meer gekregen.
De heer VERDAASD0N.K zegt» dat a.lleen de heer Prins
volgens wettelijke voor-
STEL
wordt getroffen. Hij is verpiicb.
schriften te bouwen» De heer VAN GE
mand mag bouwen, zooals hij wil.
De heer VAN MIERLO zegt. niet te
merkt op, dao nie-
kunnen beoordeelen,
of