Verg. 25 Avgus t ue1939.
98.
"gesteld wegens het niet of niet voldoende verstrekken van
iiversterkende middelen door het burgerlijk armbestuur van
"G-inneken aan personen, die daaraan behoefte hadden*
"Wij hebben daaromtrent het advies ingewonnen van het
"burgerlijk armbestuur van Ginneken en het antwoord van het
"armbestuur aan den heer Brinkerhof medegedeeld.
"De heer Brinkerhof heeft d.d. 29 Juni 1939 bericht,
"dat hij door het ontvangen antwoord niet bevredigd is, en
"wenscht in de gelegenheid te worden gesteld, in de Raads
vergadering nadere inlichtingen te vragen.
"Aan het verzoek zal worden voldaan.
"De gevoerde briefwisseling is ter inzage gelegd,
"Verder heeft de heer Brinkerhof d.d, 3 Augustus 1939
"het navolgend schrijven gericht tot ons college:
"OndergeteekendeJ.D.F. Brinkerhof, lid
"van Uwen Raad, zou gaarne in de e,k. raai
"vergadering antwoord op onderstaande vra-|
"gen ontvangen»
Zooals Uw College bekend kan zijn, is noj
"steeds het voetpad, gelegen langs "Klein
"Wolfslaar" voor het publiek ontoegankelij
"gemaakt»
"Zijn B, en W, met ondergeteekende van mei
"ning, dat hierdoor een van onze mooiste
"wandelingen teniet zijn gegaan.
"Willen B0 en W. mededeelen of zij bereid
"zijn bij bevoegde instantie's op spoed
aan te dringen opdat de rechten in deze
"van iedere Nederlander geëerbiedigd zal
worde nc
"De brief is ter inzage gelegd.
"Wij betreurezi het ook ten zeerste, dat het bedoelde
"mooie wandelpad voor het publiek is afgesloten.
"Een beslissing in deze zal bezwaarlijk kunnen worden
"verkregen, zooatïlaag de legger van wegen niet is goedge
keurd. De legger is op 1 April 1938 ter goedkeuring inge-
"zonden. Tot dusver is nog geen beslissing verkregen.
"Blijkens telefonisch ter Provinciale Griffie ingewo
"inlichtingen ie de legger nog steeds in behandeling, dot
"zal de beslissing zooveel mogelijk bespoedigd worden."
Bedeeling
door arm
bestuur
Ginneken»
De heer BRINKERHOF zegt, in de voorlaatste
vergadering te hebben gewezen op gevallen,
in geen versterkende middelen werden verstre
Burgemeester en Wethouders hebben toegezegd,
die gevallen te onderzoeken. Burgemeester en
Wethouders hebben alleen inlichtingen gevraagd aan het A'
bestuur, doch er is door hen bij de betrokken personen
onderzoek ingesteld. Het. Armbestuur verwijst naar arti^1
30 der Armenwet. Artikel 32 der Armenwet spreekt echter
beroep,.
