Verge, 17 April l^O.
286.
schrijft Professor Struijcken in zijn studie De Xi^.4E.v«
Gemeenten en haar gebied 1! en hij gaat verder:
De verwachting onzer groote steden, 'te eeniger tijd
de omliggende gemeenten geheel' binnen haai" gebied te
betrekken, doet haar blijkbaar lederen prikkel "missen
te trachten langs desen weg tot een vreedzame oplos
sing te geraken
0, hoe zou alles anders zijn, wanneer behalve de
naam, ook de geest van den grooten Struijcken voort
leefde in het Gemeentebestuur van Breda»
De wetgever, overtuigd van de noodzakelijkheid, dat
niet onnoodig gemeenten geheel of gedeeltelijk worden
opgeheven, omdat, zooals de Minister van Binnenlandsche
Zaken in zijn memorie van antwoord op het voorloopig
verslag der Eerste Kamer bij de behandeling van de
Wijzigingswet 1931 schreefVereeniging en splitsing
van gemeenten en in vele gevallen ook andere gemeente
lijke grenswijzigingen aangelegenheden zijn van zoo
groot belang voor de gemeentenaren, dat geen andere
gemeentelijke aangelegenheid daarmede een vergelijking
kan doorstaan heeft door wettelijk vast te leggen de
mogelijkheid van onderlinge samenwerking, deze samen
werking desnoods met dwang tot' stand te doen brengen, het
mogelijk willen maken de noodzakelijkheid van grenswijzi
ging of annexatie te voorkomén®
Door de wijziging van de Woningwet bij de wet van
9 Juli 1931, deed het streekplan zijn intrede in de
Woningwet
■r