290.
0&
Verge 17 April 19^0»
werkkring hebben te Breda, genoodzaakt waren te
gaan wonen buiten die stad, omdat aldaar geen geschikte u
woningen beschikbaar waren, doordat het Gemeentebestuur
van Breda niet tijdig had gezorgd voor ontsluiting van den
Boeimeerpolder en Ginneken nog wel braak liggende ter
reinen beschikbaar had, zoodat Bredasche bouwondernemers
aldaar konden bouwen, kan geen motief voor grenswijziging
zijn. Het kan slechts een reden tot dankbaarheid zijn
voor het Gemeentebestuur van Breda, dat Ginneken het uit
de impasse heeft geholpena
Dat de gemeente Breda een aandrang uitoefent om
te komen tot een nieuwe uitzetting van Breda's grenzen
is niet onbegrijpelijk. Integendeel, hierin ligt iets
menschelijks, zelfs iets kinderlijks n„l8 het verlangen
om graag groot te zijn„ Een argument voor annexatie is
het echter niet.
Wanneer men de overgelegde kaart beziet, is de
eerste vraag, welke men zich stelt: Annexeert Breda
de buitengemeenten of wordt Breda door de buitengemeenten
geannexeerd en men ziet dan fëoe geheele plattelands*"»
gedeelten met een zuiver landbouwende bevolking, bebouwde
kommen met een zuiver dorpskarakter, bij Breda worden ge
voegd, dan wordt het voor iemand, die de zaak nog
objectief kan bekijken, wel wat machtig om te gelooven,
dat bij deze grenswijziging administratief wordt ver-
eenigd, wat stedebouwkundig, economisch, sociaal en
cultureel reeds één geheel is.