Verg. 17 April 19^0. X'297c Het Gemeentebestuur van Ginneken heeft in ieder geval met deze aangelegenheid niets te maken. De beantwoording der vraag of Breda al of niet voldoen de bouwgrond heeft, kan ik hier onbeantwoord laten, aange zien dit punt uitvoerig in de gemeenschappelijke nota is besproken. Bij de behandeling der gemeente-begrooting 19^0 heb ik niet gezegd, daty wanneer deze grenswijziging tot tot stand komt, de Bredasche gemeentebegrooting in 19^2 een voordeelig saldo zal opleveren. Ik heb juist het tegendeel beweerd n.l„ dat het dreigt één groote, nood lijdende gemeente te worden0 Welke financi'éele voordeel en Breda van deze grens wijziging verwacht, moet de fractieleider vragen aan het Gemeentebestuur van Breda, dat er o.m. op wijst, dat vele welgestelden, die elders wonen, niet in de kosten bijdra gen. Trouwens de heer Spoelder zegt zelf zich te hebben afgevraagd of de Wethouder van Ginneken soms èen ver- schuiving van financiëele voordéelen ziet'. Hierifiede erkent hij, dat er voordeelen zijn, anders behoeft hij zich deze vraag niet te stellen. Deze plannen zouden niet zijn voorgelegd, wanneer het te annexeeren gebied van de gemeente Ginneken en Bavel voor een overwegend deel zou bestaan uit een arbeiders bevolking. Verder laat de heer Spoelder het voorkomen, alsof de Ingezetenen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 297