Verg., 17 April 19^0, 300. Trouwens alle door Breda naar vorengebrachte zoogenaamde kwesties zijn door onderling overleg te overwinnen. Evenmin is hier van toepassing, dat het algemeen belang de grenswijziging vordert. Wanneer het Gemeentebestuur van Breda in zijn zoo juist genoemd schrijven voorgeeft, dat Breda en de buitengemeenten één staatkundige eenheid vormen, dan zullen er niet velen zijn, die deze opvatting onderschrijven» Zooals de plannen thans worden voorgelegd, is geen sprake van het vormen van eên geheel in economisch, in sociaal en in cultureel op zicht. Ook is het niet juist, dat de meer kapitaalkrach tigen zich vestigen in de buitengemeenten om financi'êele redenen. Daarvoor zijn meestal andere motieven. Het verschil in belastingdruk, zoo dit er is, is tusschen Breda en de buitengemeenten uiterst gering. Bovendien is annexatie om fiscale motieven meestal speculatief. Professor Struijcken zegt dan ook: Het staatkundig bedrijf heeft niet getoond, dat.het 'met het economisch bedrijf gemeen heeft, dat de be trekkelijke kosten van het bedrijf geringer worden naar mate zijn omvang zich uitbreidt Zoo is het'hier dan ook niet uitgesloten, dat de gemeente Breda, beg^erig de belastingopbrengst te ontvangen^van de bewoners der te annexeeren gebieden, zoowel zich zelf als die bewor- ners benadeelt. Het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 300