3<&.
Verg. 17 April 19^0.
togenwoordigon Minister van Binnenlandsche Zaken
omtrent wijziging der gemeentegrenzen en ik lees
o.a. in het voorloopig verslag der begrooting 19^0
(i ij
van Binnenlandsche Zaken,verschillende leden der
Ie Kamer verklaarden het geheel eens te zijn met het
standpunt door den Minister in deze ingenomen, hoe
daar gewezen werd op de wenschelijkheid van samen
voeging van kleine en zeer kleine gemeenten, wanneer
het gemeenten betreft, welke er niets eigens door
verliezen, doch slechts winnon in kracht voor de
vervulling harer taak; hoe bij de behandeling der
begrooting 19^0 van Binnenlandsche Zaken de Vrij zin
nig Democratische afgevaardigde Professor Kranenburg
heeft gezegd, dat, indien inderdaad bij een bepaald
inwonerscomplex een zeer ernstig verzet tegen combinatie
met een andere gemeente bestaat, mag met dat als een
buitengewoon belangrijk argument tegon anncxatibe
schouwen, dan is hier nog wel grond voor twijfel.
Maar hoe het ook zij, al mocht ons-verzet niet
het beoogde resultaat bereiken^ dan nog is dit niet te-
vergeef sch geweest.
Onze strijd zal niet nutteloos zijn, maai:-'van
groote waarde voor die gemeenten, welke reeds op de
nominatie staan om geannexeerd te worden- of waarop
in de toekomst een aanval zal worden gedaan.
Met gepaste zelfbewustheid en met grimmige vast- -
beradenheid hebben wij te vechten en të strijden voor
de zelfstandigheid van ons grondgebied.
Hier