Verg. 17 April 19*1-0. 308. Waterschap"de Boven-Mark"aan Breda plannen te hebben voorgelegd, welke ook in Breda voor verwezenlijking vatbaar worden geacht en welke planne n oen alles zins afdoende oplossing inhouden. Indien Breda deze plannen met bekwamen spoed wil bevorderen, dan zal de misère van de Molenlei nog dit jaar voor altijd van de baan zijn. Het is waar, dat Burgemeester en Wet houders van Breda in Juli 1938 niet met de thans voor gelegde plannen van de "Boven-Mark" bekend kond-tojz^jn, maar ook is hét waar, dat in 1935 ongeveer dezelfde plannen door ons 'College aan Breda zijn voorgelegd en met zijn Directeur van Openbare Werken werden besproken, welke laatste ook toen te kennen gaf, dat het plan voor verwezenlijking vatbaar en technisch zeer wel uitvoer baar iras. Doch nauwelijks hadden de plannen via den Directeur van Openbare Werken hun wég gevonden naar Burgemeester en Wethouders van Breda, of zij werden van de hand gewezen bij schrijven van 9 October 1935* Daarom is het wel erg ongerijmd, dat ongeveer 3 jaar later Breda komt met als eenige mogelijkheid; grenswij ziging. Verder zegt Breda nog over deze kwestie, dat een oplossing gepaard gaat met het brengen van offers door de gemeente Breda op aesthetisch en hygi'énisch gebied voor een bedrag van plus minus f, 100.000.-. M.i. kan de Molenlei,oordeelkundig door het Brabant- Park gevoerd, uit aesthetisch oogpunt bezien, eerder voordeel dan nadeel brengen, maar daar valt in ieder geval

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 308