Verg. 17 April 19^0. 310. Ik zal trachten dit nader aan te toonen. In 1938 het tijdstip, daarop Breda dit hinderlijk probleem stelde, werden in Ginneken in de werkvea>- schaffing geplaatst gemiddeld 98 van de 239 gesteunden of plus minus 4-0 $0 In Broda werden in 1938 slechts plus minus van het aantal gesteunden geplaatst. Deze vergelijking is dus zeer ten nadeele van Breda. Doch de voorgestelde grenswijziging zou daaraan niets veranderen. Van de 98 tewerkgestelden in Ginneken werkten er 25 in de gemeentelijke werkverschaffing, doch geen enkele werkte in het te annexeeren gebied. 68 personen werkten in centrale werkverschaffing, waarvan 19 in de boschwachterij Mastbosch dus in het gebied, dat naar Breda zou overgaan. De ov erige werkten in de boschwachterijen Cftaam en UlvenhouS De 19 plaatsen in het Mastbosch zouden dus ter beschik king van Breda komen,doch Breda zou dan tevens plus minus 190 werkloozen bij krijgen van Ginneken, waar voor dan de plaatsingsmögelijkheid 10 zou zijn. De BsSSSdasche wcrkloozen zouden er niets bij winnen en de werkoozen, afkomstig uit het voormalige Ginneken, zouden hun plaatsingsmogelijkheid zien teruggebracht van 4-0 op 10 Intusschen is de werkverschaffingsgelegenheid in Breda over 1939 zoodanig toegenomen, dat het aantal tewerkgest elden over 1939 gemiddeld 350 per week bedroeg, hetgeen neerkomt op 20 25 van het aantal gesteunden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 310