Verg. 17 April 19^-0.
312.
doch dragen in hooge mate hij, vooral door
hun natuurschoon, om Ginnekon te maken tot
een der mooiste gemeenten.
Wat zal 'er voor dê kerkdorpen van dat alles
overblijven, wanneer hét voorstel, dat voor ons
ligt, wet wordt? Wanneer de bestaande eenheid'
meedoogehioos wordt verstoord? Trots de veel
grootero offers, welke van de ingezetenen zullen
worden gevraagd, zal spoedig blijken, dat de
gemeente boven haar stand loeft. Versobering
zal het wachtwoord worden met als onvermijdelijk-'
gevolg, dat de algemeene welstand der'gemeente
zal worden gedrukt.
Schijnbaar speelt het belang van de ^300
ingezetenen van het rest eerende Ginneken in het
geheel geen rol, voor Breda althans niet, doch
ik kan niet aannemen, dat hoogere instanties in
deze eenzelfde meening zijn toegedaan.
Mijnheer de Voorzitter, wanneer men alle
motieven stuk voor stuk nagaat, dan is er geen
enkel te vinden, waarin de noodzakelijkheid van
grenswijziging tot uiting komt, althans wanneer
men niet egoistisch alleen het Bredasche standpunt
bekijkt en daarbij dan nog vooropstelt, dat Breda
een zoo groot mogelijke stad moet worden.
Deze laatste gedachte speelt volgens mij
bij deze voorstellen een groote rol en deze
gedachte