Verg. 10 October 1940. J>61.
Last
aansluiten
drinkwater
leiding.
12, BEROEP TEGEN VERSTREKKEN LAST TOT AANSLUI
TING AAN DE DRINKWATERLEIDING,
Het hieromtrent uitgebracht prae-advies
luidt als volgt:
ld.
Een vijftal personen te Ulvenhout zijn d.d.
27 Augustus 194-0 gelast aan te sluiten aan de
drinkwaterleiding op grond van artikel 90, vierde
lid, der bouwverordening,
Binnen een maand na de lastgeving staat voor
belanghebbenden beroep open op den Raad,
De betrokken personen n,l, J.J,01aasen,C,l48j
P.N.Rijppaart,0.188 C.Rijppaart, te Ginneken,
medeëigenaar, is niet in beroep gekomen Wed,
J,Verdaasdonk-Claassen,C.1590,J,AertsDorpstraat
C.160 en A,de Kort,0*126 (aangeschreven zijn de
kinderen de Kort allen te UIvenhout, hebben d.d,
24 September 1940, ingekomen 25 September 1940 j
beroep ingesteld bij den Raad op grond van het vijfde
lid van artikel 4 der bouwverordening,
Het beroepschrift is derhalve tijdig ingekomen,
Wij stellen voor afwijzend op het verzoek te
beschikken,
De aan de belanghebbenden verstrekte lastgevin-
gen met een advies van het hoofd van het water? i~>'
w dingbedrijf zijn ter inzage gelegd,
De heer KESSEL merkt op, dat door adressanten wordt
gezegd goed drinkwater ter beschikking te hebben. Spreker
weet niet in hoever zulks op waarheid is gegrond. Indien
adressanten beschikken over goed drinkwater, is aansluiting
aan de waterleiding niet noodig.
Spreker zou daarom het verzoek willen aanhouden, totdat
belanghebbenden in de gelegenheid zijn gesteld aan te
toonan door een deskundig onderzoek, dat ze goed drinkwatei
hebben-,
De hee'r VAN GESTEL zegt, dat het verzoek nletbehoeft
te worden aangehouden. De Raad kan bepalen, dat ze moeten
insluiten aan de drinkwaterleiding, indien ze niet binnen
een maand aantonnen,. dat ze goed drinkwater hebben.
De heer SMIT. vraagt voor hoelang dat eventueel
wordt toegestaan. Al is het water nu goed, dan kan het
na verloop van tijd weer slecht zijn.
De VOORZITTER zegt, dat altijd weer een onderzoek
kan worden gelast.
De Raad besluit afwijzend op het verzoek van adres
santen te beschikken, tenzij door hen binnen een maand
door een scheikundig en bacteriologisch onderzoek wordt
aangetoond, dat het water voldoet aan de eischen van goed
drinkwater.
13. VOORSTEL