De rekeningen van het burgerlijk armbestuur van
Ginneken en van dat van Bavel, dienst 1939, worden zonchr
stemming door den Raad goedgekeurd.
Wi1zitting 6. WIJZIGING VAN DE BEGROOTING VAN HET BURGER-
b'egrootlng LIJK ARMBESTUUR VAN GINNEKZN, DIENST 1940.
armbestuur
Ginneken. Door het burgerlijk armbestuur van Ginneken
dienst 1940. is ingediend een wijziging van de begrooting
1 dier instelling, dienst 1940, met memorie
van toelichting. Het armbestuur verzoekt die begrotings
wijziging goed te keuren.
Burgemeester en Wethouders stellen voor aan het ver
zoek te voldoen.
De heer BRINKERHOF verzet zich tegen deze begrotings
wijziging. Het jaar 1940 is nog niet afgeloopen. De vraag
is, wat het dezen winter wordt met de armenzorg. Alles
is nog vaag. Spreker acht het daarom onjuist, dat reeds
nu tot begrotingswijziging wordt overgegaan. Hij zou
daarom het armbestuur willen verzoeken ruimer te bodeelen
vooral ten aanzien van de ziékënvbrpleglng. Spreker is
'een'geval bekend, waaruit blijkt, dat ten aanzien der
ziekenhuisverpleging niet voldoende wordt geholpen.
De VOORZITTER zegt, dat hem het geval, waarop de heer
Brinkerhof dqelt, wellicht bekend is. Baar is echter een
groote maar aan. Spreker acht het voorstel van het armbe
stuur wel gefundeerd. Hij wil een woord van lof brenger
aan het armbestuur voor zijn beheer. Wanneer later ma ei. -
blijken, dat er gelden, benoodigd zijn, kunnen die alsnog
worden toegestaan.
De heer STRUIJS is het eens met den heer Brinkerhof.
Hij acht ook beter te wachten tot het einde van het jaar.
'De'tijd zou kunnen meebrengen, dat in de nabije toekomst
werkelijk meer zou moeten werden uitgegeven.
De heer VAN MISRLO zegt, dat het hier een zuiver
administratieve maatregel betreft. De Raad moet niet op
den stoel van het armbestuur gaan zitten. Of de begrootingp
wijziging al dan niet \vordt goedgekeurd, zal op de hande
lingen van het armbestuur geen invloed hebben. Het zal
door het armbestuur voldoende bekeken zijn.
Het voorstel van den heefc Brinkerhof, gostetmd door
den heer Struijs,. om de begrootingswijziging niet goed
te keuren, wordt in stemming gebracht en verworpen met
tien tegen vier. stemmen.
Tegen stemden de heeren: Vermeeren, Van Gils, Van der
Kleij; Van Gestel; Paulussen; Savenije; Kessel; Diepstra
ten; Van Mierlo en Smit.--
Voor stemden de heeren-; Faes; Schuller; Brinkerhof en
Struijs.
Verder wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemees
ter en Wethouders besloten,
7 VERHAAL