Staten te verdedigen. Het zal gewenscht zijn daarvoor een deskundige aan te wijzen. Spreker heeft gedacht aan Professor van der Pot uit Groningen, maar dat zal onge twijfeld nog al veel kosten met zich brengen. De heer BRAAKHUIS vraagt, of die man voldoende is georienteerd. De heer SMIT vraagt, of Ir. Siebers, uit UIvenhout, daar niet voor zou kunnen worden aangewezen. De heer VAN MIERLO zegt, dat de heer Siebers misschiei als technisch deskundige zou kunnen worden toegevoegd. Maar overigens moet het een gezaghebbend iemand zijn.r^t kennis van staats- en gemeenterecht. Er kan in beginsel een besluit worden genomen en met de andere gemeentebestu ren worden besproken*. Spreker heeft ook gedacht aan Mr. Donner, die daarvoor ook geschikt wordt genoemd. De heer BRINKERHOF vraagt, of het niet beter is, dat iedere gemeente een verdediger heeft. Spreker is van mee ning, dat de belangen en de omstandigheden in de drie gemeenten zeer verschillend zijn. De VOORZITTER zegt, dat het kan worden overwogen. De Raad besluit goed te vinden, dat Burgameester en Wethouders hieromtrent overleg plegen met de andere ge meenten. De VOORZITTER verzoekt den heeren hun redevoeringen, welke in verband met de annexatie zullen worden gehouden, op schrift te willen stellen. Dan kan het gevoelen der heeren juist worden weergegeven. Spreker vertrouwt, dat aan dit verzoek zal worden voldaan. De heer BRIMKERHOF zou een officieuze bijeenkomst willen, waarin de Raadsleden eens van gedachten wisselen opdat de Raadsleden daarna een juist betoog opbouwen. De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 379