Verg. "50 Maart 19^-0.
218.
regelen zijn op den dag, dat de verjaardagen word
gevierd. Die wordt in de verschillende wijken op
verschillende dagen gevierd.
De heer SMIT zou toch beter vinden dit vast
te leggen. Ook voor het publiek, dat recht heeft
te weten, wanneer de kantoren geopend zijn„
Spreker zou een kleine wijziging willen aanbren
gen, doch hij heeft op het oogonblik de redactie
nog niet duidelijk voor zich.
De heer VAN MIERLO zegt, dat volgens de
reglementen Burgemeester en Wethouders nog andere
dagen kunnen aanwijzen, waardoor moeilijkheden
kunnen worden ondervangen.
De heer STRUIJS wil ook vrijaf geven op
Goeden Vrijdag.
De VOORZITTER zegt, dat dit ook de meening
was van het georganiseerd overleg. Volgens het
Ooilege geldt het speciaal voor Protestanten,
die dien dag als Zondag vieren. Men moet niet
te royaal worden.
De heer STRUIJS zegt, dat bij vele instel
lingen, zoo b.v. bij het Staatsboschbeheerde
Goede "Vrijdag wordt'vrij gegeven* Men gaat stee
meer in de richting om dien dag als Zondag te
vieren*
De heer BRINKERHOF zegt, dat, indien de
opvatting is, zqoals hier wordt gezegd, spreker
tegen vrij geven I's. Maar, wanneer ..iemand
spreekt van te royaal op den sterfdag van Iemand,
Die hier, wanneer het besluit was doorgegaan,
aan het kruishout had gehangen, dan protesteert
spreker daar tegen. Hij stelt voor Goeden Vrijdag
vrij te geven; die is immers voor ieder christe
lijk mensch noodig.
De heer STRUIJS steunt het voorstel.
De heer VAN MIERLO": vraagt dan de redactie
aan te geven. Er worden zoo vaak voorstellen
gedaan, zonder da#'dé redactie, wordt aangegeven.
De heer BRINKERHGF zegt, dat djas op Goeden
Vrijdag wordt vrijgegeven.
De VOORZITTER wijst het verwijt van den heer
Brinkerhof af. Men zou nog verder kunnen gaan
en ook bitten .Donderdag kunnen vrij geven.
De heer VAN MIERLO vraagt, of hot niet beter
is dit punt aan te houden, gehoord de verschillen
de uitingen. Spreker wil zich overtuigen, hoe
het rijksambtenarenreglement in dit opzicht
luidt.
De hoer BRAAKHUIS zegt, dat het vrijgeven
van Goeden Vrijdag en Paaschzaterdag niet be
rust op het rijksambtenarenreglement, maar op
een besluit van den Ministerraad.
De 'Raad besluit het punt aan te houden.
12. ÏÏIJZIGIEO