Vere. 17 April 19^0,
238.
Door Gedeputeerde Staten wordt gezegd, dat de gebieds-
tt uitbreiding van Breda in 1927 al spoedig iB gebleken te
M beperkt te zijn gehouden» Op alle hoofdstraten en hoofd-
M wegen liep de nieuwe grens tussohen de reeds toen bestaande
tt bebouwing door. De snelle bevolkingsaanwas in het conglome-
n raat, dat door bovengenoemde gemeenten wordt gevormd* aou
de moeilijkheden nog hebben vergroot.
Het voorstel, aooals het destijds wet is geworden,
is toch uitgegaan van hetzelfde Ooilege van Gedeputeerde
Staten. Door deze toelichting zal het Ooilege bezwaarlijk
w eerbied kunnen afdwingen voor zijn vooruitzienden blik.
De bevolkingsaanwas was zeer goed te voorzien; die was
destijds overigens even voorspoedig als thans.
Wanneer alle gemeenten in Nederland, die te zamen
een agglomeratie vormen, tot één geheel zouden moeten
M worden vereenigd, dan aou de kaart van Nederland aanmer-
kelijk moeten gewij zigd worden.
w Gedeputeerde Staten zeggen verderi
Van de zijde van Breda is begrijpelijke aandrang
uitgeoefend om te komen tot een nieuwe uitzetting van
Breda's grenzen, zó6, dat binnen die grenzen administra-
tief wordt vereenigd, wat stedebouwkundig, economisch,
sociaal en cultureel reeds één geheel is.
ft Die aandrang is niet alleen begrijpelijk, maar ook ge-
B rechtvaardigd. Tal van problemen, die zich in het con-
w glomeraat voordoen, kunnen slechts centraal- en niet
door k verschillende gemeentebesturen met uiteenloo-
pende inzichten tot oplossing worden gebracht,
n Hier