2kQ,
maken op gebieden, welke voor hun bestaan niet noodig
zijn en welkenen overvloede, niet in mindere mate goed
beheerd en bestuurd worden als dat, waarover de toekomsti
ge overweldigers thans den scepter zwaaien?
Het is dus alleszins verklaarbaar, mijnheer de Voorzitter
waar blijkbaar de zeer kritieke tijden en hoogst ernstige
omstandigheden geen voldoende redenen zijn om plannen van
- naar onze meening - cngerechtvaardige en volkomen over
bodige annexatiezuoht althans voorloopig uit te stellen,
de betrokken en in het geding zijnde gemeenten zich zoo
sterk mogelijk hiertegen trachten te verweren.
Deze Raad zal zich dus nu ook hebben uit te spreken en
ik twijfel er niet in het minst aan of de afwijzing van
de voorgelegde plannen zal unaniem zijn.
Hoe kan het ook anders, mijnheer de Voorzitter?
Waarom moet een gemeente als deze, welke zich zoo voor
spoedig ontwikkeld heeft en dit nog steeds doet; welke
financiëel in staat is al haar verplichtingen op goede
wijze na te komen|. welke door haar ligging, door haar
natuurschoon, door haar cultureele instellingen en niet
het minst door haar uitgebreid pensionwezen, meewerkt in
groote mate aan de welvaart en voorspoed van deze gehoele
streek, waarom - zoo zeg ik - moet een zoodanige gemeente
ten behoeve van een naburige gemeente, welke dit alles
blijkbaar moeilijk kan verkroppen en die bovendien met
groote stads-alluros bezield is, verdwijnen?
Afgezien nog van de onrechtvaardigheid, welke in een
dergelijk voornemen opgesloten ligt, wordt hiermede
bovendien