April 19^0,
met de hiervoor opgegeven percentages, doch dit is waar
schijnlijk to verklaren doordat oen ander tijdvak ie ge
nomen. Maar van de totale aanwas der bevolking in de
agglomeratie, welko 19662 zielen bedroeg, kreeg Ereda-
er 5995 of ^7è 1o, Ginneken 3780 of JO Prin^enhage
2060 of 16& en Teteringen 737 of 6$ fo.
.Gezien deze getallen en vooral dat van Ereda, dat
verreweg het grootste ie, zot, ik zoo zeggen, dat de
beperkte ve&tigingsmoge-lij kheid van Breda nog al
meevalt. En dan nog te weten, dat deze n beperkte
vestigingsmogelijkheid welke blijkbaar,, als. een waarde
vol argument werd aangevoerd met de bedoeling om indruk te
maken, op dit oogenbiik en in lange j.aren nog l.ang niet
is uitgeputo
Saroastisch, mijnheer de Voorzitter, zou men. hier
ook. wel de-vraag willen stellen, of deze beperkte..
yestigingsraogelijkheid n ook nog zou bestaan, .w.annqsr
Breda omringd was met noodlijdende gemeenten-en, meer.
speciaal, wanneer dat met Ginneken het geval zou. zijne
Thans nog. oen enkel woord, mijnheer de Voorzitter,
over de behandeling van dit vooi'stel in den Gemeenteraad
van Breda.
Door den woordvoerder van de fraotie der R„K»
Staatspartij is bij de behandeling van het onderhavige
voorstel in den Raad van Ereda een beeldspraak gebruikt,
welke, volgens het verslag, dat in het Dagblad van
Noord-Brabant en Zeeland hierover is verschenen, bijzonder
welgeslaagd zou zijn gewee&t0
Volgens