Volgens het gehouden "betoog, hetwelk ik, afgaande op het courantenverslag, maar zeer matig kan apprecieer en, omdat de spreker zich al te zeer in persoonlijke "bestrij ding heeft begeven, wordt Breda vergeleken met*een vogel, die in een te enge kool is opgesloten en die zijn pogingen om wij deren vleugelslag te krijgen met verlies van zijn veeren moet bekoopen0 Oogenschijnlijk, mijnheer de Voorzitter, lijkt dit inderdaad een aardig beeld, doch de spreker heeft hierbij een voornaam punt over het hoofd gezien en daardoor is hij onvolledig geweest0 Maar waarschijnlijk paste dit wel niet in zijn betoog en daarom heeft hij maar nagelaten mede te deelen, welk soort vogel hij bedoelde en daar komt het nu juist op aan, Want wanneer het een rustige en kalm© vogel is, waarmede hij Breda meende te moeten vergelijken-, dan zal deze bij zijn pogingen om vleugelslag te krijgen, dit niet met verlies van zijn veeren behoeven te bekoopen en zeker niet, wanneer hij van buiten de kooi niet wordt öp'gèj:aagd. Maar nu dit blijkbaar niet het geval is, hebben wij na tuurlijk te doen-met een roofvogel, wiens kooi altijd te eng zal blijven, zoodat hij steeds zal- trachten zijn klauwen uit te slaan naar datgene, wat zich buiten zijn kooi bevindt, Zoofn beest is en blijft steeds gevaarlijk en het is terdege zaak, dat de spijlen van zijn kooi st'eVlrg blijven en niet verruimd worden, opdat hij déze'niet kan verlaten en nadeel aan de buitenstaanders kan -toebrengen. Onbewust

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 254