werden gereed gemaakt, waren Burgemeester en Wethouders
reeds gehoorde Doch ondanks de herwaren, die door Uw
Ooilege naar veren zijn gebracht, al waren deze slechts
informeel, zijn in de plannen, dia het Gemeentebestuur
via Breda wensohen, geen enkele wijziging gebracht.
Zeer zeker heb'O'énde Raad en do Commissie, gekozen
d7*h-j? de kiezers dezer gemeente, alsnog tot taak him oor
deel over dit voorstel uit to spreken.
Wanneer dan volgens artikel 153 der Gemeentewet ons
oordeel wordt gevraagd, dan sullen wij dfet ook geven, we
zijn dit mede verplicht aan onze ingezetenen, waarvoor wij
naar beste weten, steeds de belangen hebben behartigde en
dat zoolang zullen blijven doen als in ons vermogen ligtj
tsmeer nu alle inwoners in hun belangen dreigen te worden
geschaad.
Ons mooi Ginneken, dat in ons land en buiten onze
landsgrenzen een bekendheid heeft verkregen door zijn
aantrekkelijkheid, door zijn bezit aan natuurschoon, waar
voor de Raad steeds angstvallig heeft gewaakt, zijn
dorpskarakter met zijn tuin-'en landbouw, kortom- do.or
zijn geheele sfeer, die niet te beschrijven is, men moet
daarin geleefd hebben om een juist beeld er'van te bezitten,
dit alles dreigt gevaar te loopen, zijn zelfs tanigheid
te verliezen0
Niemand zal kunnen ontkennen, dat de opheffing van
een gemeente, want daar komt het praktisch oprieer, met eigen
bestuursgezag, die eeuwen lang als zoodanig heeft bestaan,
een diep ingrijpende maatregel isc
We