Verg, 17 Api 11 19^0»
259-
We zijn bijeengekomen era iecler voor zich zijn verweer
tegen deze voorst ellen naar voren to brengen» Verschil
van meening zal in dezen Raad niet bestaan, daarvoor
hebben allen, het eene lid wat langer dan het andere lid,
mede gewerkt om van onze gemeente te maken, wat ze nu is
geworden, een gemeente, waarover men in de omstreken, dus
ook te Breda, met lof spreekt»
Deze ontwikkeling, de ontwikkeling van ons dorp, wil
toch voor ons, Raadsleden, iets anders zeggen, dan dat
de ontwikkeling van een stad voor een Raadslid in die
gemeente spreekt* Het intensieve medeleven in zijn dorp
is veel gröoter dan in een stad* Vandaar, dat het oordeel
Van dezen Raad, over de voorst ellen van Gedeputeerde
Staten "in hoofdtaak geen verschil z*&ll.'.vertoonen, al
zullen de redevoeringen niet in dezelfde bewoordingen
worden weergegeven»
Deze eenheid van denken 'en voelen in deze belangrijke
voorstellen vormt voor onze gemeente een groote kracht»
Deze eenheid van den Raad is een afspiegeling van de
eenheid van onze inwoners (al sal er- een enkeling onder
hen zijn, die het andere zou willen), waarmede de Regeer
ring rekening zal wensohen te houden,"voordat in'deze
een beslissing genomen zal worden en 'waardoor een der
ernstige motieven van het Gemeentebestuur van Breda
geheel vernietigd wordt»
Dit Gemeentebestuur zegt in zijn slotbeschouwing;
Tal van inwoners zijn reeds lang verzoend mot de idéé
eener grenswij zlging.
De