Verg, 17 April 19^-Oe 26i^ De in 1936 benoemde Burgemeestor van Breda was met de in 1927 toegewezen gebiedsuitbreiding niet tevreden. Bij het vertrek van Burgemeester van Sonsbeeck kwam dit reeds tot uiting en bij de intrede van Burgemeester van Slobbe werd hierover het woord gevoerd. De geruchten oger nieuwe plannen van Breda zijn van veel ouderen datum. Mijnheer de Voorzitter, In do Memorie van Toelichting op artikel 157 der Gemeentewet wordt niet over geruchten gesproken, doch, wanneer een officiëel persoon in een officiëele toespraak wijst op gebiedsuitbreiding, dan zijn dat m.i. geen geruchten meer, dan zijn dat mededeelingen van plannen, die men koestert. Deze officiëele mededeelin gen werden in 1936 .gedaan, terwijl de vorige annexatie niet was beëindigd en nu nog 0oneessies loopen tusschen Breda en Ginneken. Ik heb zooeven den datum gereleveerd, waarin het Gemeentebestuur van Breda, bij monde van zijn Voorzitter, den wensch te kennen gaf om opnieuw tot uitbreiding van Breda te komen. Nu mogen dit geen tiental jaren zijn, sinds de nieuwe gedachte met een ouden achtergrond kenbaar is gemaakt, feit is het, dat we den verlammenden invloed hiervan, waarvan de Wetgever spreekt in de Memorie van Toelichting, voor onze gemeente merkbaar is geweest. In het bijzonder geldt dit voor de laatste twee jaren, Waarbij het weinigj e autonomie, dat voor niet-nood lijdende gemeenten is overgebleven, totaal werd ontnomen,. Om enkele voorbeelden te noemen: onze politioneels veiligheidsmaatregel, het uitbreiden van ons politiecorps mochten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 264