Verg., 17 Apri 1 19)J-C» 265o mochten wij niet nemenwaardoor een der eerste eischcn van een gemeente niet ken worden uitgevoerd» Maatrege len voor onze volksgezondheid, ook een der voornaamste eischen, mochten niet ten uitvoer worden gebracht: de bouw van een bad- en zwengelcgenhoid. De huisvesting van onze gemeentehuishouding moest in een onbewoonbaar gebouw gevestigd blijven» Moeten wij daaruit concludeeren, dat men ondanks alle bezwaren, deze annexatie wil doordrijven? Ik kan mij moeilijk indenken, dat dit zoo kan. Gelukkig is onze gemeente in deze belangrijke kwestie geen proefkonijn; zelf maakten wij het reeds mede; daardoor kunnen wij ons beroepen op uitspraken, die bekwame mannen deden betreffende grenswijzigingen in andere gemeenten. Oud-Minister Kan zeidei Immers moet wijziging van gemeentegrenzen zich tot het strikt noodzakelijke bepalen. Zooveel doenlijk is te eerbie- digen het historisch gewordene'J Zullen de Minister en Gedeputeerde Staten deze woorden ook tot de hunne:-: maken? Professor Van der Grinten schreef: Annexatie is in Waarheid een uiterste middel. Ik wil nog een uitspraak citeeren, gedaan door Mr.Dr.Van der Grinten en Mr.Dr.Van der Pot, beiden Hoogleeraren, in hun Memo rie inzake gebiedsuitbreiding van de gemeente !s-Graven- hage, waar o,a. de gemeenten Voorburg en Rijswijk in de voorstellen van Gedeputeerde Staten zouden worden opgeheven. De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 265