Verg. 17 April I<&0, 267. Dit slot van deze uiteenzetting, die Gedeputeerde Staten aan Uw College zond en waarvan wij een afschrift hebben mogen ontvangen, is al even sober gesteld als de andere punten in deze beweegredenen. Willen Gedeputeerde Staten hiermede een slag om den arm houden?"Aanvankelijk, in den beginne, is dan ook erop gerekend enz.", schrijven Gedeputeerde Staten. Uat moeten wij hiervan maken, mijnheer de Voorzitter. Het belangrijkste punt voor onze gemeente n.l. wat zal met onze gemeente gebeuren» kunnen wij hier niet bespre- ken* omreden hier het voorstel van Gedeputeerde Staten in gebreke blijft een vasten vorm te geven. Maar laten we eens een oogenblik aannemen, dat dit begin ook het -einde zou worden, dan zouden het Gemeente- bestuur, de Haad der gemeente Breda» de vingers moeten gebruiken-om,.na. te rekenen, wat hun de koe met de gouden hoorns op zal brengen, of hun het voordeel, wat men aan den Raad heeft uitgelegd of voorgespiegeld, wel werkelijk heid zal worden. Het annexatievraagstuk is geen rekensom 11zegt Professor Van der Grinten. Ook deze annexatie zal, indien tot de noodlottige stap mocht worden overgegaan bn voor de gemeente Breda hn voor de nieuwe gemeente Ginneken, nu voor beide ge meenten tot gevolg hebben, dat zij noodlijdend worden. Het Gemeentebestuur van Breda noemt dit niet; ze hebben in deze ook geen oplossing voor te bereiden. Angstvallig 1 .1. i

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 267