Verg. 17 April ÏQ^-O. 275- haar grenzen enz. Het oordeel van den Raad en de in arti kel 158 genoemde commissie uit de ingezetenen wordt ge vraagd. Al deze bepalingen zijn toch gemaakt om daarnaar te beoordeelen, hoe door de bewoners van de te belagen gemeente over de grenswijziging of annexatie gedacht wordt m.a.w. hier bestaat,, toch feitelijk het zelfbe- stemmingBrecht. ÏÏelnu, indien dit zoo is, dan ben.ik niet bang, dat de instanties, die uiteindelijk hun beslissing moeten nemen, waarvan het lot van de gemeente Ginneken en Bavel afhangt, uit het besluit van den Raad en de Oommissie van"ingezetenen zullen constateeren, dat het unaniem de wil is van de bewoners om Ginneken in stand te houden, zooals het heden bestaat en dat dus de annexatie wordt afgewezen. Het zij zoo, Dan wordt door den VOORZITTER het woord verleend aan den, heer Kessel* De hèer KESSEL zegt het navolgende: Zoo zal dan de Raad der gemeente Ginneken en Bavel binnen een tijdperk van ruim tien jaar voor de tweede maal zijn meening moeten te kennen geven, omtrent een plan tot grenswijziging zijner gemeente, naar aanleiding van een desbetreffend voorstel van Heeren Gedeputeerde Staten van N0ord-Brabant van 13 Maart 19^0, Ongeveer f*.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1940 | | pagina 275