van den voorzitter,wordt hij door dezen tot de orde geroepen.
3. Ter handhaving van de orde kan de voorzitter de vergadering
voor een door hem te bepalen tijd schorsen.
Artikel 13.
1Geen der leden voert meer dan tweemaal over dezelfde zaak het
woord,tenzij de raad anders besluit.
2. Deze bepaling geldt niet voor den voorzitter,noch voor den ver
slaggever eener commissie ten opzichte van het uitgebrachte rap
port,noch voor hem,die eenig voorstel heeft gedaan,ten opzichte
van het gedane voorstel.
3. Evenmin is deze bepaling van toepassing op de wethouders bij on
derwerpen,welke vallen binnen den werkkring der vaste commission
aan wier hoofd zij zijn geplaatst,of welke behooren tot den tak va]
dienst,v/elke in het bijzonder aan hunne zorg is toevertrouwd.
Artikel 16.
1t Acht de voorzitter de in behandeling zijnde zaak voldoende toeg
licht,dan sluit hij de beraadslagingen,tenzij de raad anders be
sluit, en wordt zoo noodig tot stemming overgegaan.
2. Het lot,door den voorzitter voor iedere vergadering eenmaal te
trekken,wijst aan,wie der aanwezige leden het eerst stemt.
3. De stemming heeft vervolgens plaats naar de rangschikking der
plaatsen.
4. In afwijking in zoover van het bepaalde in de 2e en 3e zinsnede
stemt de voorzitter,tevens lid zijnde,steeds het laatst.
Artikel 17.
1. Zijn over eene zaak meerdere voorstellen ingediend,dan komt het
eerst in stemming dat,hetwelk van de verste strekking is.
2. Wijzigingen op een voorstel komen,met inachtneming van het be
paalde in het eerste lid,voor het voorstel in stemming. Door aan
neming van het voorstel van verdere strekking,vervallen de minder
verstrekkende voorstellen.
3. Mocht over de toepassing van dit artikel verschil ontstaan,dan
beslist de vergadering.
Artikel 18.
Ieder lid brengt zijn stem uit met het woord "voor" of "tegen".
Artikel 19.
1. Nadat de onderwerpen der agenda zijn afgehandeld,geeft de voor
zitter den leden de gelegenheid tot het stellen van vragen.
2. Na^de behandeling daarvan met inachtneming van de bepalingen
van dit reglement,of indien van de gelegenheid geen gebruik wordt
gemaakt,sluit hij de vergadering.
HOOFDSTUK V.
VAN HET BENOEMEN EN VOORDRAGEN VAN PERSONEN
Artikel 20.
1Wanneer personen te benoemen of voor te dragen of aan te bevele;
zijn,benoemt de voorzitter twee leden tot stemopnemers.