BIJLAGE 20. Aan den Raad. Onderwerp: Distributie woonruimte. Het vraagstuk der woonruimte-verdeeling begint in deze ge meente dringend de aandacht te vragen. Verscheidene oorzaken hebben in den loop der jaren een ern- n~ stig woning-tekort doen ontstaan, niet alleen hier ter plaatse, maar overal in den lande. De voornaamste oorzaken zijn wel: a. het opnemen van evacues en vluchtelingen van elders; b. vermindering van woonruimte in de eigen gemeente door oorlogs geweld, brand e.d.; en c. huwelijk, gezinsuitbreiding, terwijl de nieuwbouw van woningen geheel stil lag. e~ Het gevolg van een en ander moest noodzakelijk zijn, dat meerdere gezinnen in een woning huisvesting zochten, waardoor sa menwoningen ontstonden, die spotten met de meest primitieve eischer van volkshuisvesting en volksgezondheid. Tegenover dergelijke gevallen van bovenmatige bezetting van een woning staan gevallen, waarin slechts een of twee personen eene^- groote, ruime woning bewonen, terwijl dergelijke personen niet be- es reid zijn vrijwillig een deel van de door hen vaak overtollige om woonruimte ten behoeve van anderen af te staan. Tenslotte mag niet onvermeld worden gelaten de omstandigheic dat vaak woonruimten, welke beschikbaar zijn gekomen, worden ver huurd aan gezinnen of personen, die belangrijk minder behoeften aan een dergelijke woonruimte hebben, dan andere gezinnen of per sonen in de gemeente. Vaak spelen bij het verhuren van dergelijke ruimten bedragen wegens hand- of sleutelgeld of eischen ten aan zien van goederen in natura nog een groote rol. Onder de huidige omstandigheden rijst hier een taak voor de overheid om door gebruikmaking van de haar toegekende bevoegdheden regelend op te treden bij de verdeeling van de beschikbare woon ruimte Een groot aantal gemeenten in den lande is daarom reeds o- vergegaan tot het vaststellen eener verordening inzake de distri butie van woonruimte, omvattende een verplichting aan den eigenaar eener woning om van het vrijkomen eener woning of van een woning gedeelte kennis te geven aan het gemeentebestuur, en tevens behel zende een verbod om de woning zonder toestemming van het gemeente bestuur te verhuren of in gebruik te geven. De practijk is dan, dat de eigenaar verzoekt de woonruimte aan een door hem genoemd persoon te mogen verhuren. In het alge meen behoeft deze toestemming niet te worden geweigerd. Er kunnen zich echter gevallen voordoen, waarbij bepaalde woontoestanden dringend om beslissing vragen. De aangifteplicht woonruimte opent dan de mogelijkheid om ter oplossing van de moeilijkheden de be schikbaar gekomen woonruimte toe te wijzen aan het door het gemeen tebestuur daarvoor in aanmerking gebrachte gezin. Uiteraard zal het hanteren van de hier omschreven bevoegd heden met de noodige tact en omzichtigheid dienen te geschieden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 14