3. Een toegestane kan te allen tijde om redenen van dienstbelang geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken. De hierdoor ont stane aanwijsbare geldelijke schade wordt den werkman vergoed. 4. Wanneer een werkman in het kalenderjaar zijn vacantie geheel of gedeeltelijk uit hoofde van dienstbelang niet heeft kunnen genieten, heeft hij het eerstvolgend kalenderjaar boven zijn gewone vacantie nog recht op hetgeen in het vorig jaar niet werd genoten. Artikel 22. 1. Buiten de in de artikelen 19 tot en met 21 bedoelde vacantie wordt den werkman door Burgemeester en Wethouders op zijn ver zoek verlof tot afwezigheid verleend met behoud van wedde, in dien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn. Als dringende redenen gelden a. ondertrouw van den werkman, recht gevende op een dag verlof en huwelijk van den werkman in de eigen of een aangrenzende ge meente, recht gevende op twee dagen verlof; b. huwelijk van den werkman in een niet aangrenzende gemeente, recht gevende op drie dagen verlof; c. huwelijk van ouders of kinderen van den werkman, recht geven de op één dag verlof; d. bevalling der echtgenoote van den werkman, dien dag en den daaropvolgenden dag; e. bij 25- en 40-jarig ambtsjubileum van den werkman en bij diens 25- en 40-jarig huwelijksfeest, recht gevende op één dag ver lof; fernstige ziekte van de echtgenoote, ouders of kinderen, J&etéev/ onder overlegging van een bewijs van den behandelden genees heer, dat dienstverlof noodig is, ten hoogste zes dagen ver lof g. overlijden van de echtgenoote tot en met den dag der begrafe nis; h. overlijden en begrafenis van ouders of kinderen, behuwd-, stief- of pleegkinderen, broeders, zusters, behuwd-, stief- of pleegouders, telkens één dag of, indien een reis te maken is, zoo noodig ten hoogste drie dagen; i. voor het bijwonen als afgevaardigde van de algemeene ledenver gadering en als hoofdbestuurslid van de hoofdbestuursvergade ringen van zijn organisatie tot een maximum van zes dagen oer jaar; j. voor het verschijnen voor eenig publiekrechtelijk orgaan of college of ter voldoening aan een verplichting, opgelegd bij of krachtens de wet, het daartoe noodige verlof; k. in andere omstandigheden door Burgemeester en Wethouders te bepalen of te beoordeelen. 2. Het verlof kan worden geweigerd, slechts gedeeltelijk ver leend of worden ingetrokken, indien het dienstbelang dit vor dert. Artikel 23. 1. De werkman, die als militair ingevolge een uit de wet of uit een verbintenis voortvloeiende verplichting in werkelijken dienst is, wordt geacht in zijn burgerlijke betrekking met verlof te zijn. Hij behoudt over den tijd van dezen dienst het genot van de aan zijn ambt verbonden bezoldiging, voor zoover hij krachtens de artikelen 24 tot en met 26 daarop aan spraak kan maken, dan wel voor zoover die werkelijke dienst wordt vervuld gedurende het hem verleende vacantie-verlof

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 43