2. In alle andere gevallen wordt hem de bezoldiging over den
tijd van het verblijf in werkelijken dienst niet uitbetaald.
Artikel 24.
1. De werkman, die voor herhalingsoefeningen in werkelijken dienst
is, behoudt over den tijd van dezen dienst het volle genot van
de aan zijn ambt verbonden bezoldiging.
2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt met herhalingsoefe
ningen gelijkgesteld de werkelijke dienst, vervuld krachtens
a. artikel 5, 5e lid, onder a, der wet voor het reserve-personeel
der landmacht 1905 (zooals die sedert is gewijzigd), voor zoo
veel ziekte betreft;
b. artikel 34, 1e lid, onder a, der dienstplichtwet, of artikel 5,
onder 3e, sub a, der wet voor de koninklijke marine-reserve
1924 (Stbl.no.369)indien het niet tijdig bereiken van den
vereischten graad van geoefendheid het gevolg is van ziekte;
c_. artikel 34, 1e lid, onder c, der dienstplichtwet, artikel 5,
5e lid, onder b, der wet voor het reserve-personeel der land
macht 1905 (zooals die sedert is gewijzigd) of artikel 5, on
der 3e, sub c, der wet voor de koninklijke marine-reserve 1924
(Stbl.no.369)voor zooveel betreft den tijd, doorgebracht tot
het ondergaan van het daarbedoelde onderzoek, indien dat onder
zoek geen krijgstuchtelijke straf of veroordeelend vonnis ten-
gevolge heeft;
d. artikel 34, 1e lid, onder c en f, der dienstplichtwet, artikel
5, 5e lid, onder c en d, Se en 9e lid, der wet voor het reser-
verpersoneel der landmacht 1905 (zooals die sedert is gewij
zigd) of artikel 5, onder 3e, sub c en f, der wet voor de ko
ninklijke marine-reserve 1924 (Stbl.no.369)s
e. artikel 34, 2e lid der dienstplichtwet, artikel 5, 7e lid, der
wet voor het reserve-personeel der landmacht 1905 (zooals die
sedert is gewijzigd)of artikel 5, onder 4e, der wet voor de
koninklijke marinereserve 1924 (Stbl.no.369)mits de oproe
ping in werkelijken dienst niet plaats heeft voor het ondergaan .j
van straf en het bedoelde onderzoek geen krijgstuchtelijke 1-
straf of veroordeelend vonnis ten gevolge heeft.
Artikel 25.
De werkman, die in verband met oorlog, oorlogsgevaar of andere
buitengewone omstandigheden verplichten werkelijken dienst ver-a
richt, geniet gedurende 30 dagen de volle aan zijn ambt verbon-"
den bezoldiging en daarna hetgeen deze meer bedraagt dan zijn
militaire belooning.
Het eerste lid is eerst van toepassing, nadat de militair, het
zij vóór, hetzij gedurende de buitengewone omstandigheden een
werkelijken dienst van 5t maand of, indien hij een eerste oe
fening van korteren duur te vervullen had, deze oefening heeft
volbracht. 1
Het bepaalde in het tweede lid geldt niet
a.ten aanzien van de buitengewone dienstplichtigen, die eerst
in werkelijken dienst behoeven te komen na het jaar der lich
ting, waartoe zij behooren;of naar hun leeftijd gerekend kunnoi"
b.voor vrijwilligers voor den landstorm, die hetzij een rang
bekleeden, hetzij het bewijs van voorgeoefendheid hebben ver
worven.
r worden
te be-
hooren.
Toev.
goedgek.