BIJLAGE 31
DE RAAD DER GEMEENTE BEEK N.B.;
overwegende
dat de gemeente bij de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeen
ten te s-Gravenhage loopende heeft een geldleening, op 1 Januari
194.7 per resto groot f.866,08, aangegaan ingevolge raadsbesluit
van 4. December 1940, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van
Noord-Brabant dd. 20 December 1940, G.nr.309;
dat voor deze leening een rente verschuldigd is van 4 3/8%
per jaar;
dat geldgeefster, daartoe verzocht, niet bereid is gevonden
het rente-percentage aan te passen aan het voor de onderhavige
leening thans geldende niveau van ongeveer 3%;
dat het niet verantwoord is te achten een zoodanig als het
genoemde hooge rente-percentage te blijven betalen;
dat het genoemde geringe restant-bedrag zonder bezwaar kan
worden opgenomen in de loopende kasgeldleeningen der gemeente,
waarvoor momenteel slechts 1 7/8% s-jaars aan rente verschuldigd
is;
dat volgens het aflossingsplan van bovengenoemde leening
behoort te worden afgelost in 1947 t/m 1950, telkens f.2.16,52;
dat deze periodieke aflossingen zijn te ondervangen door
het verleenen van bijdragen van den gewonen- aan den kapitaals-
dienst tot dezelfde bedragen en over denzelfden aflossingstermijn;
het restant ad f.866,08 der bovenomschreven bij de N.V.
Bank voor Nederlandsche Gemeenten te fs-Graven/hage loopende geld
leening per 1 Januari 1947 buitengewoon af ze lossen.
HEEFT BESLOTEN:
GEDAAN TER OPENBARE VERGADERING VAN DEN RAAD DER
DEMEENTE BEEK N.B., DEN 25 September 1946.