Artikel 6.
1De in het vorig artikel bedoelde ondernemers moeten de in dat
artikel genoemde bewijzen tenminste 24 uur voor den aanvang
der uitgifte ter gemeente-secretarie afhalen.
2. De doorloopende bewijzen moeten voor de uitreiking ter stempe
ling worden ingeleverd.
3. Op bewijzen, welke niet voldoen aan de eischen, in het vorig
artikel gesteld, mag geen toegang worden verleend.
Artikel 7.
1. De belastingplichtige moet het bewijs van betaalde belasting
te allen tijde op eerste aanvraag vertoonen aan ambtenaren der
gemeente-belastingen
2. Hij moet aan genoemde ambtenaren op eerste aanvraag zonder be
taling toegang verleenen tot de toneelvertooning of vermakelijk
heid en hun desgevraagd alle inlichtingen verschaffen, welke
zij voor de toepassing dezer verordening noodig achten.
Artikel 8.
1De belasting bedraagt
a. voor toneelvertooningen of vermakelijkheden, waarvoor toe
gang wordt verkregen door betaling van toegangsgeld: 20
van het toegangsgeld met een minimum van f.5,met dien
verstande, dat het bedrag der belasting naar boven wordt af
gerond tot f.0,01;
onder toegangsgeld wordt verstaan de toegangsprijs zonder
de daarop te heffen belasting;
b. voor toneelvertooningen en vermakelijkheden, waarvoor geen
toegangsgeld wordt geheven, met uitzondering van die op de
openbare straat en mits niet vallende onder c van dit arti
kel, een bedrag van f.5,
c. voor muziek, zang en andere uitvoeringen, verkregen door
middel van radio of gramofoon en dergelijke of voor andere
kunstmatige muziek, kunstmatige zang of kunstmatige uitvoe
ringen, indien een en ander wordt gegeven, ten gehoore ge
bracht of zichtbaar gemaakt in voor het publiek toegangke-
lijke localiteiten f.0,50 per week of f.25,per jaar.
Artikel 9.
Voor de belasting zijn hoofdelijk aansprakelijk de ondernemers
door wie of voor wier rekening, alsmede zij, op wier naam de to
neelvertooning of vermakelijkheid wordt gegeven en zij, die hunne
huizen, gebouwen of erven tot dat doel afstaan. De voldoening der
belasting door een der belastingplichtigen ontheft de andere van
de verplichting tot betaling.
Artikel 10
Van de belasting zijn vrijgesteld
a. tentoonstellingen van voorwerpen van land- en tuinbouw, nij
verheid, zending-, missie of jeugdarbeid, drankbestrijding,
wetenschap of kunst, voor zoover de toegangsgelden geen recht
geven tot bijwoning van aan de tentoonstelling verbonden ver
makelijkheden;
b. voordrachten, al dan niet door lichtbeelden toegelicht, welke
een uitsluitend godsdienstig, wetenschappelijk, staatkundig
of sociaal karakter dragen;