BIJLAGE 13. De Raad der gemeente Beek N.B.; Overwegende, dat in de gemeente geen openbare school voor gewoon lager onderwijs bestaat dat in dit geval volgens art.101, vijfde lid der Lager-On- derwijswet 1920 tegelijk met het vaststellen van de begrooting van inkomsten en uitgaven der gemeente moet worden bepaald het bedrag, dat per leerling voor de bijzondere scholen voor gewoon lager in het jaar, waarvoor de begrooting geldt, als vergoeding zou worden beschikbaar gesteld ter bestrijding van de kosten, bedoeld in het eerste lid van art.55 bis der Lager-Onderwijswet 1920, indien in de gemeente wel openbare scholen voor gewoon lager onderwijs zou den bestaan; dat naar zijn meening, gegrond op tot dusver voor het bijzcr der onderwijs in deze gemeente toegekende bedragen, met het na te noemen bedrag kan worden volstaan; het bedrag, bedoeld in het vijfde lid van art. 101 der La ger-Onderwi jswet 1920 voor bet jaar 1946 te bepalen op f. 7,68 per leerling voor het bijzonder lager onderwijs. HEEFT BESLOTEN VASTGESTELD TER OPENBARE VERGADERING VAN DEN RAAD DER GEMEENTE BEEK N.B., DEN 5 Maart 1946 DE WETHOUDER,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 5