Jaarlijks, te beginnen met den datum van inwerkingtreding der gemeenschappelijke regeling stort elk der aangesloten gemeen ten op een door de Commissie van Beheer aan te geven wijze een door haar te bepalen voorschot. Artikel 9. De Commissie van Beheer maakt elk jaar een begrooting van inkomsten en uitgaven van den dienst van het volgend jaar op, waarvan de posten behoorlijk zijn toegelicht. Vóór de ln Augustus van het jaar, voorafgaande aan dat, waarvoor de begrooting moet dienen, zendt zij een exemplaar daarvan aan de besturen van elk der aangesloten gemeenten, virelke vóór den In October daaraanvol gende bij den Voorzitter van de Commissie van Beheer bij aange- teekend schrijven schriftelijke bezwaren kunnen indienen. De Commissie van Beheer beslist omtrent die bezwaren, stelt de begrooting vast en zendt haar vóór den ln November aan de Gede puteerde Staten ter goedkeuring in. Van deze goedkeuring doet de Commissie van Beheer mededee- ling aan de besturen der aangesloten gemeenten. .Artikel 10. De administrateur maakt jaarlijks in Maart de rekening van inkomsten en uitgaven over het afgeloopen jaar op. De Commissie van Beheer zendt deze na voorloopige vaststel ling ter definitieve vaststelling toe aan de Gedeputeerde Staten. Van deze laatste rekening wordt aan de besturen der aan gesloten gemeenten een afschrift toegezonden. Artikel 11. De Commissie van Beheer brengt jaarlijks vóór 1 April aan elk der aangesloten gemeenten verslag uit van hetgeen terzake in het afgeloopen kalenderjaar door den schoolartsendienst is ver richt. Een gelijk jaarverslag wordt toegezonden aan de Ministers van Bmnnenlanfische Zaken en Sociale Zaken, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, den Inspecteur van het Lager-Onderwijs en den Geneeskundig Inspecteur van de Volksgezondheid. Artikel 12. Deze regeling treedt in werking op den dag, volgende op dien van de bekendmaking in de Nederlandsche Staatscourant. Zij wordt aangegaan voor onbepaalden tijd en wordt gewij zigd of opgeheven op de wijze, waarop zij tot stand is gekomen. Een voorstel tot wijziging der regeling moet door tenminste 3 vertegenwoordigers der aangesloten gemeenten bij de Commissie van Beheer worden ingediend. Uittreding van één der gemeenten kan slechts geschieden onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten. De uittreding heeft plaats één jaar na deze goedkeuring, tenzij de uittreding plaats heeft met het oog op toetreding tot een ander district, in welk geval deze termijn niet geldt. Voor de toetreding van andere gemeenten kan met een be sluit van den raad dier gemeente worden volstaan. Bij opheffing worden de financieele gevolgen daarvan ge regeld door de Commissie van Beheer onder goedkeuring van de Ge deputeerde Staten. - ALDUS VASTGESTELD -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 78