BIJLAGE 55. DE RAAD DER GEMEENTE BEEK N.B. J Overwegende dat bij zijn besluit dd. 5 Maart 1946 het voorschot op de vergoeding ex artikel 101 der Lager Onderwijswet 1920 over het Jaar 1946 voor de bijzondere lagere scholen in deze gemeente werd vastgesteld op f. 7,68 per leerling dat dientengevolge het voorschot over 1946 werd vastge steld voor de bijzondere lagere Jongensschool op 353 x f.7,68 f. 2711,04 .bijzondere lagere Meisjesschool op 362 x f.7,68 f. 2780,16 Totaal f. 5491,20, terwijl de vergoeding over gemeld Jaar bij besluit van he den werd bepaald, voor de bijzondere lagere Jongensschool op 358^ x f.7,68 f. 2752, bijzondere lagere Meisjesschool op 363 x f.7,68 f. 2787,84 Totaal f. 5539,84 Gelet op artikel 103, tweede lid, der L.O.wet 1920 HEEFT BESLOTEN Alsnog uit te betalen aan het bestuur der bijzondere lagere Jongensschool 5 1/3 x f.7,68 f. 40,96 bijzondere lagere Meisjesschool 1 x f.7,68 f. 7,68 Totaal f. 48,64 GEDAAN TER OPENBARE VERGADERING VAN DEN RAAD DER GEMEENTE BEEK N.B., DEN 28 Januari 1947. DE VOORZITTER, DE WETHOUDER,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 16