BIJLAGE 50
DE BAAD DER GEMEENTE BEEK N.B.;
Gelet op de artikelen 170 en 228 der Gemeentewet;
HEEFT BESLOTEN
per 10 Januari 1947 bij de N.V.Bank voor Nederlandsche Ge
meenten te 1s-Gravenhage een kasgeldleening aan te gaan, groot
f. 75000,en zulks onder de volgende voorwaarden
le. De Gemeente verbindt zich dit bedrag, zonder nadere aanmaning
op 10 Januari 1948 terug te zullen betalen aan de N.V.Bank
voor Nederlandsche Gemeenten te 's-Gravenhage.
Zij verbindt zich verder over het hiervoren genoemde bedrag
eene rente te voldoen berekend naar 1 7/8 ten honderd in
het jaar, te voldoen in twee gelijke termijnen op 10 Juli
1947 en 10 Januari 1948;
2e. De Gemeente heeft de bevoegdheid, nadat deze kasgeldleening
zes maanden loopende is geweest, haar tusschentijds af te
lossen, mits hiervan tenminste êên maand tevoren kennis is
gegeven;
3e. Indien de Gemeente na den daarvoor bepaalden tijd nalatig is r
in de betaling van het aan rente en/of aflossing verschuldig
de bedrag zal door haar van dit bedrag over den tijd der na
latigheid een vergoeding verschuldigd zijn, berekend tegen
5 ten honderd in het jaar;
4e. Ten slotte neemt de Gemeente de verplichting op zich om op
eerste aanvraag der Bank aan deze, ter vervanging dezer
schuldbekentenis, promessen ter hand te stellen in coupures
als door de Bank vast te stellen tot een maximum van bovenge
noemd verschuldigd bedrag, met denzelfden vervaldag als de
schuldbekentenis dezer kasgeldleening voorzoover de Gemeente
uit anderen hoofde niet reeds aan de Bank het voor haar to
taal discontabel te verklaren bedrag aan promessen heeft afge-
geven of toegezegd. De zegelkosten van deze promessen neemt
de Gemeente voor hare rekening.
VASTGESTELD TER OPENBARE VERGADERING VAN DEN
RAAD DER GEMEENTE BEEK N.B., op 28 Januari 1947
VOORZITTER
WETHOUDER
d<
r
1