lingen door de adiainistrateur dan nadat op de betreffende
rekeningen of bescheiden door een der leden ven het college
van burgemeester en wethouders een "fiat betaling" is gesteld.
Alle betalingen moeten door behoorlijke kwitanties wor
den gestaafd. Voor betalingen ten bedrage van f.5,of minder
behoeven slechts kwitanties te worden overgelegd, voor zover
zulks gebruikelijk is.
Artikel 11.
Ten name van het bedrijf wordt een rekening geopend bij
de post-cheque- en girodienst, waaruit niet per cheque mag
worden beschikt.
Voor zover de kasgelden met inbegrip van het saldo bij
de post-cheque- en girodienst een door het college van bur
gemeester en wethouders vast te stellen bedrag overtreffen
en het meerdere niet nodig is voor onmiddellijke te verrichten
betalingen, worden deze tegen kwitantie gestort in de gemeen
tekas
De administrateur zal zo nodig een tijdelijk voorschot
aan kasgeld bij de gemeente-ontvanger kunnen opnemen ten be
hoeve van het bedrijf, mits hij daartoe een schriftelijke
machtiging van een der leden van het college van burgemeester
en wethouders heeft verkregen.
Artikel 12.
Van de stortingen en opnemingen, bedoeld in artikel
11, tweede en derde lid, wordt bij het woningbedrijf aante
kening gehouden in een daartoe te bestemmen register.
Naar een rentevoet gelijk aan die, welke door de N.V.
Bank voor Nederlandse Gemeenten te s-Gravenhage voor deposi
to's wordt vergoed, respectievelijk voor saldi ten hare gun
ste wordt in rekening gebracht, wordt over de saldi in reke
ning courant ten gunste, respectievelijk ten laste van het
bedrijf rente berekend naar de staffelmethode. Deze rentebe
rekening wordt samengesteld per 31 December van elk jaar.
Artikel 13.
Boek- De boekhouding wordt ingericht naar de methode van het
houding, dubbel boekhouden.
Zij wordt zodanig gevoerd, dat zij een volledige ver
antwoording geeft van alle veranderingen in het vermogen en
dat zij een duidelijk inzicht geeft in de exploitatie.
Omtrent de inrichting van de boekhouding kunnen burge
meester en wethouders nadere voorschriften geven.
Het boekjaar loopt van 1 Januari tot en met 31 December.
Artikel 14.
De afschrijvingen op de woningen van het bedrijf ge
schieden:
a.voor de z.g. woningwet-woningen op basis van de aflossings
bestanddelen der van rijkswege vastgestelde annuiteitenj
b.voor de overige woningen,voor zover deze niet met woningwet
woningen kunnen worden gelijkgesteld, op basis van een
door de raad vast te stellen afschrijvingstabel.
Artikel 15.
Ten laste van de exploitatie van het bedrijf wordt
een fonds gevormd, waaruit de onderhoudskosten zoveel mogelijk
worden bestreden.