Artikel 5.
De rechten in deze verordening bedoeld, zijn ver
schuldigd door belanghebbenden.
Als belanghebbende worden beschouwd:
a. bij vervoer, afzondering, onderzoek en verple
ging van lijders aan besmettelijke ziekten, het
hoofd van het gezin, waartoe de lijder behoort of,
wanneer hij niet tot een gezin behoort, hij zelf;
b. bij reiniging en ontsmetting van huizen, keten
en vaartuigen de hoofdbewoner van het huis, de
keet of het vaartuig;
c. bij ontsmetting van besmette of van besmetting
verdachte voorwerpen, de eigenaar van de ontsmet
te voorwerpen;
Een en ander met dien verstande, dat, indien voor bo
vengenoemde belanghebbende geen maatstaf, als bedoeld in
artikel 3, is vastgesteld, een of meer der gezinsleden,
die wel inkomstenbelasting betalen of de loonbelasting en/
of de vermogensbelasting zijn aangeslagen,in de plaats
treedt/treden, onder hoofdelijke aansprakelijkheid, echter
zodanig dat betaling door de een de ander bevrijdt.
Artikel 6.
Indien tengevolge van bijzondere omstandigheden, de
ingevolge deze v rordening geheven rechten van belangheb
bende redelijkerwijze te zware financiële offers zou ver
gen, kunnen Burgemeester en Wethouders gehele of gedeelte
lijke ontheffing van de verschuldigde rechten verlenen.
Deze ontheffing moet door belanghebbende worden aan
gevraagd binnen 3 maanden nadat het te betalen bedrag te
zijner kennis is gebracht.
Artikel 7.
De invordering van de rechten, bedoeld in artikel
2 geschiedt door de gemeente-ontvanger, die voor elke aan
hem gedane betaling een bewijs van ontvangst afgeeft.
De voldoening dier rechten moet geschieden binnen
14 dagen nadat het verschuldigde bedrag aan belanghebben
de is medegdeeld.
Artikel B.
1. Van hem, die nalaat de verschuldigde gelden te
voldoen, worden deze ingevorderd overeenkomstig de bepalin
gen van de artikelen 291 t/m 2C!5 der Gmeentewet.
2. Verschuldigde bedragen, waarvan de invordering
niet heeft kunnen geschieden, kunnen door Burgemeester en
Wethouders niet-invorderbaar worden verklaard.
3. Het besluit van Burgemeester en Wethouders, waar
bij bedragen niet-invorderbaar worden verklaard, ont
heft de gemeente-ontvanger v; n verdere pogingen tot in
vordering.
Artikel 9.