BIJLAGE 54.
De.Raad der gemeente Beek N.B.;
Gezien het verzoekschrift dd. 18 Juni 19/+8 van het Bestuur
der bijzondere lagere jongensschool, Kapelstraat, alhier, om
medewerking overeenkomstig art.72 der L.O.wet 1920 inzake het
aanbrengen ener centrale verwarming in die school;
Overwegende:
dat genoemde school tot dusver door middel van kachels wordt
verwarmd en een eventuele vernieuwing van een aantal kachels
een uitgaaf zou vergen van ongeveer f.1400,
dat de kosten van aanleg der gevraagde centrale verwarmings
installatie, blijkens overgelegde begroting, f.15.500,zullen
bedragen;
dat onmiddellijk dient erkend te worden, dat een centrale
verwarming voor een schoolgebouw als het onderhavige, hetwelk
niet minder dan 10 leslokalen bevat, een belangrijke verbetering
zou betekenen vergeleken bij de huidige kachelverwarming;
dat het schoolgebouw sedert de ingebruikneming echter niet
anders dan door kachels werd verwarmd en niet kan worden inge
zien waarom juist in deze tijd, waarin wegens het hoge prijs
niveau de grootste zuinigheid met geld en materiaal geboden is,
een centrale verwarming moet worden geprojecteerd;
dat, afgezien van vernieuwing van een aantal kachels en
buizen, de huidige schoolverwarming in het licht van de tegen
woordige omstandigheden als voldoende is aan te merken;
dat een bijdrage ad f.130,per jaar van avondcursussen
-overigens een wisselvallige factor- in de kapitaalslasten der
gemeente van geringe betekenis is te achten nu de geldmiddelen
der gemeente een nieuwe kapitaalsinvertering tot een dergelijk
bedrag onverantwoord maken;
dat derhalve de aanleg der gevraagde centrale verwarmings
installatie tot betere tijden zal moeten worden uitgesteld,
daar zij momenteel als de normale eisen overschrijdend moet
worden aangemerkt;
Gelet op art.72 der L.O.wet 1920;
Mede gelet op het advies van de Bouwkundig Hoofdinspecteur
van het Lager Onderwijs te s-Gravenhage, dd. 17 Juli 1948,
no.15911/48 en van de inspecteur van het Lager Onderwijs te
Breda, dd. 20 Juli 1943, no.1948/1912.
HEEFT BESLOTEN:
De Secre