gemachtigd de verzkeringspenningen te innen, desgewenst
met de verzekeraar te transigeren en kwijting te geven;
b.hij zal de woning niet veranderen of afbreken noch haar
bezwaren en er zakelijke rechten op vestigen zonder toe
stemming van Burgemeester en Wethouders, die daaraan voor
waarden kunnen verbinden.
Artikel 20.
De woning moet als regel door de bouwer zelf worden bewoond.
Elke huurovereenkomst ten aanzien van de woning is nietig,
tenzij blijkt van schriftelijke toestemming van Burgemees
ter en Wethouders.
Artikel 21.
De bouw der woning moet geschieden met inachtneming van de
eisen, door Burgemeester en Wethouders uit een oogpunt
van welstand te stellen en onder toezicht van een architect,
die voldoet aan de eisen te dien aanzien voor met rijks-
steun te bouwen woningen gesteld. De gunning van de bouw
aan de aannemer behoeft de goedkeuring van Burgemeester en
Wethouders.
Artikel 22.
Behalve de in deze regeling opgenomen bepalingen kunnen
voor elk geval door de gemeenteraad te bepalen, voor het
verlenen van een voorschot nog andere voorwaarden worden
gesteld.
Artikel 23.
Verzoeken om toekenning van een voorschot moeten worden in
gediend bij Burgemeester en Wethouders onder overlegging
van alle bescheiden, die naar hun oordeel voor een juiste
beoordeling van het verzoek nodig zijn.
Artikel 24.
Met de bouw der woning, ten behoeve wraarvan een voorschot
is toegekend, moet aan aanvang worden gemaakt uiterlijk
binnen drie maanden na de dag, waarop Burgemeester en Wet
houders de beschikking tot verlening van het voorschot ter
kennis van de bouwer hebben gebracht. Met toestemming van
Burgemeester en Wethouders kan in bijzondere gevallen hier
van worden afgeweken.
Artikel 25.
l.De uitbetaling van de op de voet van deze regeling te ver
lenen voorschotten geschiedt na overlegging van een be
talingsmandaat van de architect, onder wiens toezicht
de bouw plaats heeft en in de termijnen als in het bestek
is bepaald.
2..Bij uitbetaling van het laatste gedeelte van het voorschot
vindt verrekening plaats van de tot op die dag verschenen
rente van de vroeger uitbetaalde gedeelten van het voor
schot.
Par.6: Slot- en overgangsbepaling.