BIJLAGE 71.
Beek N.B., 28 October 194-8,
Aan de Raad.
Onderwerp:
Vaststelling verordening
op de heffing van gelden
voor het verstrekken van
inlichtingen uit het bevol-
kings- en verblijfsregister.
Door het verallen verklaren bij de wet van 24 Juli 1948,
Staatsblad no.I 335 van het Legesbesluit Bevolkingsregisters
(Wed.Staatscourant van 9 Februari 1943, no.27) is de heffing
van leges voor het verstrekken van inlichtingen uit het bevol-
kings- en verblijfsregister uit de centralistische sfeer naar
de autonome sfeer der gemeente teruggebracht.
Afgezien van het feit, dat in bovengenoemde wet is bepaëE
dat enkele inlichtingen (aan rijk enz.) kosteloos moeten worden
verstrekt staat het in het algemeen aan de gemeenteraad vrij een
tarief voor het verstrekken van bedoelde inlichtingen vast te
stellen, waarbij alsdan rekening dient te worden gehouden met
het in de wet omschreven maximum tarief van f.0,05 en het in re
kening brengen van afnemende bedragen per inlichting bij de in
de wet genoemde abonnementen.
Het doel dezer wet is de gemeente in de gelegenheid te
stellen zich door het vaststellen van een bescheiden tarief te
gen het overmatig aanvragen van inlichtingen te beschermen.
Immers, indien kosteloos inlichtingen kunnen worden verkregen,
dan zal hiervan veeal een overmatig gebmik worden gemaakt.
Bij het ontwerpen dezer verordening is door ons gebruik
gemaakt van het door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten in
zijn schrijven van 7 October 1948 neergelegd advies, en is met
de daarin neergelegde richtlijnen, voor zover mogelijk, rekening
gehouden, o.a, t.a.v. het vaststellen van een grondtarief van
f.0,50, het opnemen in artikel 6 van een aantal inlichtingen
dat maximum ter plaatse zal worden gevraagd en het kiezen van
het verlaagde tarief in stede van algehele vrijstelling voor de
in artikel 8 genoemde kerkgenootschappen enz.
Hoewel door de Vereniging is voorgesteld "de ter uitvoe
ring van de wet van 24 Juli 1948 noodzakelijke bepalingen op te
nemen in de bestaande algemene legesverordening", is door ons
hieraan geen gevolg gegeven, daar de U aangeboden verordening,
gezien haar redactie en omvang, zich hiertoe niet wel leent.
Alvorens U het ontwerp ter vaststelling te moeten aanbie
den hebben wij gemeend ook in deze de Commissie van Financiën
te moeten horen, welke zich eenstemming het het voorstel kon
verenigen.
Een en ander moge voor U aanleiding zijn het U aangeboden
ontwerp-besluit conform vast-^te stellen.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN BEEK N.B.,
DE SECRETARIS^,
