de percelen, welke aan publiekrechtelijke lichamen toebehoren en uitsluitend als weg of als vaarwater in gebruik zijn; de percelen, waarvoor ingevolge artikel 7 der Heffingsverorde ning Baatbelasting Groot Overveld, vastgesteld door de raad der voormalige gemeente Princenhage op 11 Januari 1928, af koop van de op grond van die verordening verschuldigde belas ting plaats had. Artikel 8. Aan de aangeslagene, die in de loop ven het belastingjaar zijn rechten op het onroerend goed, waarvoor hij is aangeslagen geheel of gedeeltelijk verliest, wordt op zijn, binnen tw;ee maanden na de wijziging in te dienen verzoek voor de nog niet ingetreden maanden een zo nodig in verhouding berekende ontheffing of teruggaaf van belasting verleend. Voor de tijd, waarover ingevolge het bepaalde in het vorige lid ontheffing of teruggaaf wordt verleend, wordt aan de nieuwe verkrijger een nieuwe aanslag, tot een aan de verleende ontheffing of teruggaaf gelijk zijnde bedrag opgelegd. Artikel 9. Wanneer enig gebouwd eigendom vervalt of met zijn aanhorig- heden in enig jaar gedurende langer dan zes achtereenvolgende maanden ongebruikt en onverhuurd is gebleven, heeft de aange slagene recht op teruggaaf van belasting in verhouding tot het aantal volle maanden, dat het pand is vervallen of onge bruikt en onverhuurd is gebleven. Artikel 10. Onjuist gebleken aanslagen worden ambtshalve verminderd of vernietigd. Artikel 11. Ingeval blijkt, dat een aanslag ten onrecht is achterwege ge bleven, verminderd of vernietigd, dan wel, dat een te lage aanslag is opgelegd, kan navordering van belasting in alle gevallen waarin te weinig belasting is geheven, plaats vinden met dien verstande, dat ingeval van ambtelijk verzuim geen verhoging zal worden toegepast. Artikel 12. De belastingschuldigen worden op kohieren gebracht, opgemaakt en vastgesteld ingevolge artikel 297 der gemeentewet. Artikel 13. De invordering van deze belasting geschiedt, onverminderd het bepaalde bij de artikelen 291 tot en met 295 der gemeentewet, door de game en te-ontvanger. Artikel 14. Binnen een maand na de vaststelling van het kohier worden door de gemeente-ontvanger aanslagbiljetten, volgens door Burge meester en Wethouders vast te stellen model, uitgereikt. De aanslagbiljetten vermelden de dag van uitreiking. Artikel 15. De aanslagen, voorkomende op het jaarkohier zijn invorderbaar in twee gelijketermijnen, vervallende op 1 Juli en 1 December van elk jaar. De aanslagen, voorkomende op de aanvullingsko hieren zijn invorderbaar in één termijn vervallende op 1 De cember, tenzij het aanslagbiljet na 1 November is uitgereikt, in welk geval de belasting voor het einde der maand volgende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Prinsenbeek - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 171