gen, geheel of gedeeltelijk verliest, wordt op zijn binnen
twee maanden na de wijziging in te dienen verzoek, voor de nog
niet ingetreden maanden een zo nodig in verhouding berekende
ontheffing of teruggaaf van belasting verleend.
2. Voor de tijd, waarover ingevolge het bepaalde in het vorige
lid ontheffing of teruggaaf wordt verleend, wordt aan de nieuwe
verkrijger een nieuwe aanslag tot een aan de verleende onthef
fing of teruggaaf gelijk zijnde bedrag, opgelegd.
Artikel 9.
Wanneer enig gebouwd eigendom vervalt of met zijn aanhorighe-
den in enig belastingjaar gedurende langer dan zes achtereen
volgende maanden ongebruikt en onverhuurd is gebleven, heeft
de aangeslagene recht op teruggaaf van belasting in verhou
ding tot het aantal volle maanden, dat het pand is vervallen
ongebruikt en onverhuurd is gebleven.
Artikel 10.
Onjuist gebleken aanslagen worden ambtshalve verminderd of
vernietigd.
Artikel 11.
Ingeval blijkt dat een aanslag ten onrechte is achterwege
gebleven, verminderd of vernietigd, dan wel dat een te lage
aanslag is opgelegd, kan navordering van belasting in alle ge
vallen, waarin te weinig belasting is geheven, plaats vinden,
met dien verstande, dat ingeval van ambtelijk verzuim geen
verhoging zal worden toegepast.
Artikel 12.
De belastingschuldigen worden op kohieren gebracht, opgemaakt
en vastgesteld ingevolge artikel 297 der gemeentewet.
Artikel 13.
De invordering van deze belasting geschiedt, onverminderd
het bepaalde bij de artikelen 291 tot en met 295 der gemeente-1
wet, door de gemeente-ontvanger.
Artikel 14.
1. Binnen een maand na de vaststelling van het kohier worden
door de gemeente-ontvanger aanslagbiljetten, volgens door
Burgemeester en V/ethouders vast te stellen model uitgereikt.
2. De aanslajgbiljetten vermelden de dag van uitreiking.
Artikel 15.
1. De aanslagen, voorkomende op het jaarkohier zijn invorderbaar
in twee gelijke termijnen, vervallende op 1 Juli en 1 Decem
ber van elk jaar. De aanslagen, voorkomende op de aanvullings
kohieren zijn invorderbaar in één termijn, vervallende op
1 December, tenzij het aanslagbiljet na 1 November is uitge
reikt, in welk geval de belasting voor het einde der maand,
volgende op die der uitreiking van het biljet moet worden
voldaan.
2. De aanslag is dadelijk en ineens invorderbaar, indien de aan
geslagene in staat van faillissement is verklaard of op zijn