BIJLAGE 92.
De Raad der gemeente Beek N.B.;
Gelet op artikel 281 der gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de navolgende verordening:
Verordening tot heffing ener bijzondere belas
ting wegens verbetering en uitbreiding van
de verharding van de weg op Overbroek in de
gemeente Beek N.B.
Artikel 1.
1. In de gemeente Beek N.B. wordt onder de naam van: "Baatbe
lasting Overbroek" gedurende elf jaren een bijzondere belas
ting geheven wegens gebouwde en ongebouwde eigendommen,
welke gelegen zijn in het gedeelte der gemeente, hetwelk
wordt begrensd als volgt:
in het noorden: door het perceel gemeente Beek N.B. Sectie
C.no.1605-
in het noordoosten: door de spoorlijn Breda-Rotterdam;
in het zuidoosten en zuiden: door de grens der gemeente
Breda;
in het westen door de rijksweg no.16 (rijksweg Moerdijk-
Belgische grens)
echter met uitzondering van de percelen gemeente Beek N.B.
Sectie C.nos.954, 987, 993, 1377, 1412, 1432, 1436, 1450,
I46I, 1471, 1472, 1478, 1479 en 1562 en Sectie F.nos. 36,
40, 732, 733, 744, 936, 937, 93B, 939, 1012, 1113, 1446,
1447 en 144^*
2. De heffing dezerbelasting geschiedt als tegemoetkoming in
de ten laste van de gemeente Beek N.B. gekomen kosten van
verbetering en uitbreiding van verharding door de voormalige
gemeente Princenhage van de straatweg van Beek W.B. over
Overbroek naar de grens van de gemeente Breda, waardoor
deze eigendommen zijn gebaat.
Artikel 2.
Het belastingjaar loopt van 1 Januari tot en met 31 December
Artikel 3.
1. De belasting wordt geheven van hen, die krachtens recht van
bezit of enig ander zakelijk recht op 1 Januari van het
belastingjaar het genot hebben van de eigendommen, bedoeld
in artikel 1.
2. Als genothebbende wordt aangemerkt hij, die op 1 Januari
van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale leggers
is aangegeven, tenzij kan worden aangetoond dat een misstel
ling in die leggers heeft plaats gehad of dat vóór 1 Januari
plaats gehad hebbende veranderingen daarin nog niet waren
opgenomen, in welke gevallen met de gewijzigde toestand
wordt rekening gehouden. Zijn er ten aanzien van enig eigen
dom twee of meer genothebbende, dan is ieder voor een aan
zijn genot evenredig deel aansprakelijk.