U ,JL- rt BIJLAGE 9A.
De Raad der gemeente Beek N.B.;
Gelet op artikel 277 en 286 der gemeentewet;
besluit:
vast te stellen de navolgende verordening:
Verordening op de heffing van een belasting
op de honden in de gemeente Beek N.B.
Artikel 1.
In deze gemeente wordt onder de naam van hondenbelasting
geheven een belasting op de honden, welke in de gemeente
worden gehouden.
Artikel 2.
1. De belasting is verschuldigd door de houders van honden, die
in de gemeente hun hoofdverblijf of er gedurende 90 dagen of
meer van het belastingjaar verblijven.
2. Als houders van honden worden aangemerkt, zij, die een hond
onder welke titel ook, in bezit, in bewaring of onder op
zicht hebben.
3. Met afwijking van het bepaalde in het eerste lid is het
hoofd van een gezin belastingplichtig mede voor de hond,
gehouden door een lid van zijn gezin en door bij hem inwo
nend dienstpersoneel.
Artikel 3.
1. De belasting bedraagt per jaar:
voor de eerste hond f.10,
voor de tweede hond f.12,50
voor elke volgende hond f.15,
2. Dit bedrag wordt verminderd tot f.3,75 voor elke hond, uit
sluitend gehouden ten dienste vair de landbouw of enig be
drijf van nijverheid of terbewaking van gebouwen, erven,
vaartuigen of woonwagens
Artikel 4.
Onverminderd de in artikel 14 bedoelde navorderingen, wordt
voor eenzelfde hond in totasil niet meer gevorderd dan het in
artikel 3, eerste lid, genoemd bedrag of, voor zover betreft
een hond, uitsluitend gehouden ten dienste van de landbouw
of enig bedrijf van nijverheid of ter bev/aking van gebouwen,
erven, vaartuigen of woonwagens, het in artikel 3, tweede
lid, genoemd bedrag, of wel niet meer dan de helft dier be
dragen indien de hond na 30 Juni voor de 'eerste maal in de
gemeente is belastbaar geworden.
Artikel 5.
1. De belasting is niet verschuldigd voor:
a. honden beneden de leeftijd van drie maanden;
b. honden, uitsluitend dienende tot geleiding van blinden;
c. politiehonden, door ambtenaren van politie gehouden ter
verrichting van opsporingsdiensten;