Artikel 16.
1. Jaarlijks in de loop van de maand Maart stellen Burgemees
ter en Wethouders een kohier vast.
2. De aanslagen, welke niet op het oorspronkelijk kohier zijn
geplaatst, worden op een aan vullingskohier gebracht. De
aanslagen wegens belasting, welke wordt nagevorderd, worden
op een afzonderlijk kohier gebracht.
3. De kohieren worden dadelijk, nadat zij door Burgemeester
en Wethouders zijn vastgesteld, aan de gemeente-ontvanger
tervinvordering gezonden.
4. Bij het in de loop van het jaar niet langer van toepassing
zijn der verminderde belasting wordt rekening gehouden met
de reeds opgemaakte kohieren en wordt alleen het meerdere
bedrag der belasting op het aanvullingskohier gebracht.
5. De belastingplichtigen worden, om het even of en hoe de
aangifte heeft plaats gehad, op de kohieren gebracht met
vermelding van het aantal der honden en van de klasse, waar
toe zij behoren.
Artikel 17.
Het model van het aanslagbiljet wordt vastgesteld door Burge
meester en Wethouders. De aanslagbiljetten worden door de
zorg ven de gemeente-ontvanger zo spoedig mogelijk uitge
reikt. De termijn van betaling wordt daarop vermeld.
Artikel 18.
1. De belasting moet worden betaald vóór het einde van de
maand, volgende op die, waarin het aanslagbiljet is uitge
reikt.
2. De belasting is dadelijk invorderbaar, zodra de aangeslagene
in staat van faillissement is verklaard of op zijn roerende
en onroerende goederen executoriaal beslag is gelegd.
Artikel 19.
De gemeente-ontvanger is verplicht, indien hij daartoe over
het aanslagbiljet kan beschikken, voor elke betaling onmid
dellijk bewijs van kwijting op het aanslagbiljet te stellen.
Artikel 20.
Binnen drie maanden na het vervallen van de termijn van be
taling zendt de gemeente-ontvanger aan de Raad een staat
met toelichting van de posten op het kohier, welke hij niet
heeft kunnen invorderen. De Raad ken de posten, welke naar
zijn mening daarvoor in aanmerking komen niet-invorderbaar
verklaren. Het besluit van de Raad, waarbij aanslagen niet-
invorderbaar verklaard worden, ontheft de gemeente-ontvanger
van verdere pogingen tot invordering.
Artikel 21.
Onverminderd hot bepaalde in artikel 306 der gemeentewet,
wordt niet-,of niet-behoorlijke invulling van de formulieren,
welke ter invulling worden aangeboden, alsmede niet- of
niet-behoorlijke vervulling van andere formaliteiten, welke
tot richtige heffing der belasting in deze verordening wor
den gevorderd, gestraft met hechtenis van ten hoogste dertig
dagen of geldboete van ten hoogste een honderd gulden.